481 18 MEI 1972 In art. 2 wordt bepaald dat de Casema gebruik gaat maken van de bestaande inlichting van de n.w.a. Daarbij wordt echter niet de verantwoordelijkheid voor het onderhoud en het risico ge noemd; de inrichting blijft immeis het eigendom van de n.w.a. Met name de vraag of het onderhoud en het risico door de Casema worden overgenomen blijft open. Volgens ons moet daarover geen misverstand bestaan. Ik zou daar graag wat informatie over hebben. Art. 7 heeft nogal wat kantest. In de eerste plaats was er in eerste instantie een verschil in benadering betreffende de bouw verordening tussen de gemeentewoningen en andere woningen. Voor de gemeentewoningen zou namelijk niet de termijn voor net ver wijderen van de antennes gelden die voor particuliere woningen wel zou worden gehanteerd; het verwijderen van antennes van gemeentewoningen zou in overleg met de bewoners plaatsvinden zonder dat er een bepaalde termijn zou gelden. Wij zouden graag zien vastgelegd dat de periode van vijf jaar ook voor de gemeente woningen zal gelden. Verder behoort bij dit artikel -- daarover heeft de wethouder zojuist een mededeling gedaan -- de aansluitplicht of, beter ge zegd, de afnameplicht van de Casema. Wij hebben er ernstig be zwaar tegen als in de huurovereenkomst met de huurders zou worden opgenomen dat er een afnameplicht bestaat, Ook bij de woning bouwverenigingen zal dat natuurlijk het geval zijn. Wij vinden dat het college de woningbouwverenigingen moet benaderen, ten einde te bereiken dat zij die bepaling in de huurovereenkomst omtrent de afnameplicht niet meer opnemen. Onze fraktie heeft de meeste moeite met art. 9. Dit artikel regelt de bevoegdheid de inrichting beschikbaar te stellen voor an dere doeleinden dan het doorgeven van ethersignalen. In feite komt dat er op neer dat er regionale en plaatselijke uitzendingen moge lijk zijn. Naar onze mening moet dit punt van de overeenkomst gesplitst worden in twee delen, namelijk de overdracht van de ex ploitatie, de technische kant van de zaak dus betreffende onder houd en aanleg, en de programmadoorgifte. Met de technische, kant hebben wij, behalve de opmerkingen die wij daarover al gemaakt hebben, niet zoveel moeite. Een an dere kwestie is de programmadoorgifte die in feite ook weer te splitsen is in de doorgifte van de normale programma's, zoals uit gezonden door Nederland I en II, en de eigen programma's die eventueel vanuit Breda uitgezonden gaan worden. Die eigen programma's nu vormen een moeilijke kwestie, niet alleen in Breda, want ook de centrale overheid is er nog niet uit. De ministerraad en de Kamer discussiëren erover, in alle politieke partijen wordt erover gediscussieerd en er is op dat terrein nog geen enkele beslissing genomen. In bepaalde gevallen treedt de centrale overheid wel regelend op, maar volgens de omroepwet is dat niet eens voorgeschreven: De regering kan regelend optreden, maar dat is een vrijheid die zij zelf heeft. Verder vinden wij dat de programmadoorgifte heel andere fa cetten heeft dan de exploitatie. Volgens ons spelen er namelijk bij die doorgifte geen commerciële overwegingen: daarentegen spe len culturele overwegingen een zeer belangrijke rol. Onze fraktie is dan ook niet bereid welke bevoegdheid dan ook op dit terrein aan de Casema over te dragen. Doorgifte van andere dan ethersignalen moet naar onze mening tot de bevoegdheid van de gemeente blijven

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 481