487 18 MEI 1972 ning is gehouden met de opmerkingen die zijn gemaakt door de afdeling voor het energie- en waterbedrijf en die voor juridische aangelegenheden. Er is voor onze fraktie dan ook geen enkele reden om over het nu voorliggende voorstel een ander standpunt in te nemen dan wij met betrekking tot het principe-akkoord hebben edaan. Het belang van de met Casema bereikte overeenstemming estaat naar onze mening vooial hierin dat de totstandkoming van de centrale antenne-inrichting voor de hele gemeente veilig is ge steld en dat voor iedere burger die niet over de middelen beschikt zelf een kostbare antenne aan te schaffen de mogelijkheid wordt geschapen om tegen een redelijk tarief buitenlandse programma's storingsvrij te ontvangen. Het aanvangstarief van 6,50 per maand wordt door ons als redelijk ervaren. Niet te ontkennen valt dat er bij ons aanvankelijk enige moeite was met het feit dat de gemeente aan Casema een monopoliepositie verschaft, terwijl de gemeente geen enkel middel heeft om de burgerij tegen een excessieve ver hoging van de tarieven te beschermen. Het zou echter gezien de omvangrijke verplichtingen die Casema op zich neemt volstrekt onredelijk zijn van haar te bedingen dat zij haar tariefstelling onderwerpt aan gemeentelijke goedkeuring. Naar onze mening behoeft ook niet zo verschrikkelijk veel angst te bestaan voor in- rijpende tariefsverhoging, althans niet op korte termijn, omdat aardoor de acquisitiepositie van Casema alleen maar ernstig zou worden bemoeilijkt, vooral in de oude wijken. Ook op langere termijn is er geen reden tot bezorgdheid. Als Casema te zijner tijd houdster wordt van een concessie voor de exploitatie van een centraal antennesysteem worden haar tarieven overeenkomstig art. 3 van de telegraaf- en telefoonwet onderworpen aan de goedkeuring van de minister van verkeer- en waterstaat en dan is automatisch parlementaire contröle verzekerd. Ik wil niet verhelen dat de V. V, D, -fraktie er minder geluk kig mee is dat de aanleg van een centrale antenne-inrichting ge paard gaat met het verbod van het hebben van een eigen antenne en dat er maatregelen zullen worden genomen om verwijdering van de bestaande antennes te bereiken, maatregelen die voor de ge meentewoningen volgen uit het bepaalde in de huurovereenkomst, voor nieuw bouw pro jekten u-it de voorwaarden gesteld bij de grond- overdracht en voor het overige uit de toepassing van de bouwver ordening. Ik wil eraan herinneren dat mevrouw jager er in de decembervergadering op gewezen heeft dat deze maatregelen door de belanghebbenden ervaren zouden kunnen worden als een inbreuk op hun persoonlijke vrijheid. Ondanks het bepaalde in art. 7 houden deze maatregelen naar onze mening echter totaal geen onmrddellijk verband met de overeenkomst met Casema. Zij zijn nu eenmaal de consequentie van het besluit dat de raad op 14 mei 1970 heeft genomen. Deze zelfde maatregelen zouden op precies dezelfde wijze getroffen zijn als de gemeente zelf in staat zou zijn geweest de aanleg van een centrale antenne-inrichting te realiseren. Bij het bepalen van ons oordeel over de overeenkomst hebben wij dit as- pekt dan ook volledig buiten beschouwing gelaten. Wel wil ik de wethouder nog enkele vragen stellen over de maatregelen betreffende woningen in de categorie nieuwbouwpro- jekten en bestaande niet-gemeentewoningen zonder collectieve voor zieningen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 487