18 MEI 1972
492
die opmerkingen te beantwoorden.
Met betrekking tot het contract zijn er ook enige opmerkingen
gemaakt die ik, zo mogelijk, wat systematisch zou willen behan
delen en ik begin dan met art. 2.
Artikel 2 gaat over het overnemen van de gemeentelijke in
richtingen. De heer Crul heeft gevraagd of het onderhoud en het
risico van die gemeentelijke installaties,, uiteraard voor de duur
dat zij nog gemeentelijk eigendom zijn, voor rekening van Case-
ma komen. Het antwoord luidt bevestigend.
De heer van Loon heeft gevraagd of het overnemen van dat
gedeelte van het gemeentelijk energie- en waterbedrijf door Case-
ma als voorwaarde werd gesteld of niet. Ik kan daarop antwoorden
dat dit door Casema niet als voorwaarde is gesteld. Het is een
aangelegenheid waarvoor in onderling overleg is vastgesteld dat
het op dit moment het meest juiste is de kapitaalslasten voor re
kening van Casema te doen komen en op een nader vast te stel
len moment te bepalen of daarin verandering moet worden aangebracht.
Dat behoeft niet aan het eind van de contractduur te zijn; als het aan
mij ligt gebeurt dit snel, want ik ben het liefst zo snel mogelijk
van dat gedeelte van het bedrijf af. Wij hebben die voorwaarde nu
ingebouwd, omdat bij de overdracht de goedkeuring van gedeputeerde
staten nodig is, hetgeen de uitvoering van de overeenkomst met een
aantal maanden zou vertragen. Wij komen overigens niets tekort,
want Casema draagt de kapitaalslasten.
De heer VAN LOON: Dat moest er nog bijkomen ook!
Wethouder VAN GRAAFEILAND: Met betrekking tot art. 7 --
dat gaat over de steun die de gemeente geeft aan Casema -- kan
ik zeggen dat ik de meest principiële opmerking die daarover is ge
maakt heb beantwoord. De vrijheid- voor de bewoners van gemeente
woningen blijft dus bestaan als de raad dat wenst.
Voorts is de vraag gesteld of er na verhuizing verplichting tot
betaling ontstaat wanneer men binnen de gemeente Breda verhuist
van de ene aangesloten woning naar de andere. Ik geloof dat dit
samenhangt met het antwoqrd dat van de zijde van Casema is ge
komen met betrekking tot de aansluitkosten: Vooralsnog worden daar
voor geen kosten in rekening gebracht en derhalve ook niet bij ver
huizing. Op het moment waarop die aansluitkosten wel boven de
kim komen, vallen die onder de bepalingen die zijn opgenomen
in art. 11, lid 2: De Casema stelt in overleg met de gemeente
haar tarieven vast. Dit omvat dus ook het tarief dat zij rekent
met betrekking tot de aansluitkosten.
Ten aanzien van de toepassing van de bouwverordening, art. 358a,
op de gemeentewoningen kan ik de heren Crul en van Os toezeggen
dat er voor de gemeentewoningen dezelfde "policy" zal worden ge
voerd, met name omdat wij het bestaan van de antennes op die
woningen al jarenlang gedogen en het niet aangaat de mensen in
die woningen anders te behandelen dan andere inwoners van Breda.
De heer van Os heeft in dat kader gesteld dat het wel jammer
is als een antenne die net voor 700,-- 800,-- is aangeschaft
er na vijf jaar af gaat. Ik moet zeggen dat de termijn van vijf jaar
niet uit het luchtledige is gekomen, doch dat deze is bepaald aan
de hand van de levensduur van een normale antenne. In het door
de heer van Os genoemde geval kan betrokkene in elk geval gedu-