499 18 MEI 1972 die op landelijk niveau in discussie is en waaromtrent er vanuit de centrale overheid nog niets is geregeld. Ik vind het dan ook onjuist dat wij deze bevoegdheid reeds nu overdragen aan Casema. Naar mijn mening moeten wij met het op schrift stellen hiervan wachten tot de landelijke ontwikkelingen duidelijk zijn. In de toelichting op art. 9 staat dat de overeenkomst op dit punt geen feitelijke betekenis heeft. Welnu, als dit toch geen betekenis heeft, geloof ik dat er ook geen bezwaren kunnen zijn tegen het behouden van de bevoegdheid. Wan neer de landelijke ontwikkeling zich duidelijker gaat aftekenen, kun nen wij met Casema altijd nog verder onderhandelen over een regeling of, indien wij de Casema daarbij niet willen betrekken, zelf regelin gen treffen. Wij zullen hieromtrent het antwoord van de wethouder afwachten; als dit ons niet voldoet, zullen wij hierover een amende ment indienen. De heer KRA MER; Ik ga gaarne akkoord met de verklaring van de wethouder die hij namens het college heeft afgelegd. Nu de betalings plicht voor de gemeentewoningen in positieve zin geregeld is, heb ik aan mijn motie die voldoende werd ondersteund geen behoefte meer. Ik dank u voor deze tegemoetkoming en kan u zeggen dat ik het ge heel met vertrouwen tegemoet zie. Tot slot zou ik nog de nadruk willen leggen op goede voorlichting. Er mogen geen misverstanden gaan ontstaan, hetgeen bij een dergelij ke verordening heel gemakkelijk kan gebeuren. De heer TAKS: Ik dank de wethouder voor het antwoord dat ik op mijn vragen heb gekregen, maar op één vraag heeft hij niet geant woord. Mijn vraag was wanneer de aanschrijving tot verwijdering van de buitenantennes ingevolge de bouwverordening zou plaatsvinden: Op het moment waarop Casema in een straat kabels heeft gelegd of eerst dan wanneer de termijn van vijf jaar verstrijkt? De heer F RO GE R: Ik zou nog een enkele opmerking willen maken. Als ik het goed heb begrepen heeft de wethouder gezegd dat dit centrale systeem voor een groot deel van de bevolking gunstig is, om dat het dan zal kunnen profiteren van een beter signaal dat nu alleen maar voorbehouden is aan de beter gesitueerden. Het is mij niet dui delijk geworden of hij hiermee de situering van het huis dan wel de financiële positie bedoelt. Immers, wanneer een in financieel opzicht goed gesitueerde achter een hoogbouw zit, kan dat ook zeer nadelig voor een goede ontvangst zijn. Verder begrijp ik niet erg goed waarom er zoveel dwangmaatregelen in deze overeenkomst voorkomen, want de wethouder garandeert een enorme levensvatbaarheid. Ik zou toch nog eens willen herhalen wat ik al eerder heb gezegd: Als dat zo is, waarom dan al die romp slomp, speciaal ten aanzien van het antenneprobleem. Wanneer hij zegt dat wij maar moeten afwachten wat een rechter gaat doen in die situatie, moet ik zeggen dat geen deugdelijk argument te vinden voor het invoeren van de voorliggende voorstellen. Onlangs heeft een school bestuur ook eens zoiets beweerd en wij kennen inmiddels het resultaat daarvan. Ik geloof niet dat dit een juist beleid is. Ik wens de heer Taks overigens een vruchtbare antennepraktijk in de toekomst; u zult het mij niet euvel duiden dat ik dit even opmerk. Voorts blijf ik van mening dat het antenneverbod inbreuk maakt op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 499