500 18 MEI 1972 het Verdrag van Rome en de Universele verklaring van de rechten van de mens. De heer JANSEN: Op een door mij in eerste instantie gestelde vraag heeft de wethouder geen antwoord gegeven. Ik heb toen namelijk op gemerkt dat de mogelijkheid tot het dichtdraaien van de kraan in dit systeem aanwezig is en gevraagd of daarvoor enige garantie kan worden gegeven. Wethouder VAN GRAAFEILAND: Tot mijn genoegen heb ik kunnen constateren dat mijn mededeling met betrekking tot de vrijwilligheid in goede aarde is gevallen. De heer Van Duijl kan ik antwoorden dat de prioriteitsstelling al aan de orde is geweest en dat op zeer korte termijn bekend zal worden op welke wijze Casema dit denkt aan te pakken. Dit zal dan ook in de begeleidingscommissie komen. Mijn opmerking over de levensduur van antennes en het feit dat daarop de termijn vqor verwijdering is gebaseerd, wordt door de heer Van Os toch wel ietwat onjuist geïnterpreteerd. De man die inderdaad net een antenne heeft aangeschaft, zit wat moeilijk, maar in begin sel gaan wij daarvan natuurlijk niet uit. Wanneer er een gemiddelde termijn van vijf jaar wordt bepaald, wordt ervan uitgegaan dat het grootste gedeelte van de antennes er al langdurig op staat en dat de gemiddelde levensduur inderdaad een gemiddelde is» De heer VAN OS: De termijn in de bouwverordening is vijf jaar en dat is toch geen gemiddelde'. Wethouder VAN GRAAFEILAND: Die is inderdaad vijf jaar, maar dat wil zeggen dat daaraan de levensduur van een antenne ten grond slag ligt die veel langer is. Niet iedereen heeft immers toevallig vijf jaar tevoren een antenne aangeschaft. Het overleg over de tarieven zal in de toekomst geschieden inge volge het bekende artikel in de overeenkomst met Casema. De wijze waarop dat overleg geschiedt geeft mijns inziens toch wel de nodige zekerheden. In de eerste plaats is Casema verplicht een jaarverslag en een resultatenoverzicht in te dienen, welk overzicht vergezeld zal gaan van een accountantsverklaring. Zij kan met haar cijfers dus niet zo maar alle kanten uit. Het is onzes inziens volkomen terecht dat Casema zelf de tarieven vaststelt, maar in alle redelijkheid zal moe ten worden aangetoond dat die tarifiëringook inderdaad juist is. Het tarief van 6, 50 geldt, zoals ik al heb gezegd, ook voor de gemeentewoningen. Dit is door de raad geaccepteerd en ik begrijp dan ook niet waarom dit punt nu weer zo uitgebreid aan de orde moet komen. De vraag met betrekking tot de begroting en het verschil van 90. 000, -- kan ik niet beantwoorden. Ik stel voor deze vraag te la ten agenderen voor de vergadering van de raadsafdeling voor het ener gie- en waterleidingbedrijf. Hopelijk zal een bevriende fraktie de heer Van Os dan willen inlichten. De opmerking van de heer Crul dat de begeleidingscommissie nu de taak van het college overneemt heb ik niet zo goed begrepen. De begeleidingscommissie is een commissie ex art. 62 lid 2, hetgeen wil zeggen dat zij een adviesorgaan voor het college is en derhalve neemt deze commissie geen taken van het college over.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 500