508 18 MEI 1972 dat geloof ik zelf niet eens, maar dat had ik ook niet verwacht. Eigenlijk is nu voor het eerst een geheel andere aanpak gebruikt. Er is een renovatiecommissie gevormd, een renovatiecomité en uit de renovatiecommissie is weer een begeleidingscommissie voortgekomen. Allerlei disciplines zijn daarbij ingeschakeld. Gezegd mag worden dat er zeer constructief samengewerkt wordt, hetgeen evenwel niet betekent dat men het altijd eens is met elkaar. Er is echter een overlegkader gevormd dat werkt. Met vallen en opstaan ik geef dat toe en het blijven streven naar verbetering wordt daar een stuk buurtopbouwwerk gerealiseerd. Dit streven verschillende sprekers na en dat doen ook wij. Het feit dat er iets in die zin wordt gerealiseerd geeft de betrokkenen lust om verder te gaan en vol te houden, maar die lust -- motivering, zo u wilt -- gaat wel over als er in de raad al maar geklaagd wordt over te weinig inspraak, te weinig overleg en te weinig begeleiding» Zelfs al zou dat waar zijn, dan frustreren dergelijke geluiden meer dan dat zij inspireren en daar gaat het uiteindelijk om. Het is niet zo dat wij geen overleg, geen inspraak en geen be geleiding willen, want dat willen wij zeker wel. De kunst is alleen de juiste vorm, de juiste hoe veelheid en het juiste moment te vinden. Daar wordt naar toe gewerkt. Het zal duidelijk zijn dat ik, als de heer America in plaats vs'.n een gemiste kans over een blunder wil spreken, het daarmee niet eens kan zijn. Ik ben van mening dat er getracht is goed te werken. De bewoners worden er inderdaad bij betrokken. Uiteraard moet er eerst geld zijn en pas dan kan tot uitvoering wor den overgegaan en wel nadat er in de afdelingen en met de bewoners nog over gesproken is. Als het rijk ons die 50% subsidie niet geeft, zal er niet gewerkt worden. Trouwens, hierop is het voor ons liggende voor stel gebaseerd. Krijgen wij de rijkssubsidie niet en willen wij toch uit voerig aan de plannen geven, dan zal er eerst een ander voorstel in de raad moeten worden gebracht. Met dit voorstel zal er dus geen uitvoe ring plaatsvinden voordat het geld binnen is, ook van het rijk. Mejuffrouw PAULUSSEN: U hebt mijn vragen over het hoofd gezien, namelijk omtrent een gecoördineerd overleg, beleid en visie van de diverse stafgroepen binnen de gemeentelijke diensten, de toevallige verdeling van de portefeuilles van de wethouders en daarnaast het ge zamenlijk optreden van en de coördinatie in de stafgroepen. Wethouder DE RAAFF: Ik ben van mening dat deze vragen van me juffrouw Paulussen de teneur van het stuk ver overschrijden en dat zij niet met het stuk in verband staar.. De VOORZITTER: Ik geloof dat het het ordelijkst is hiermede de eerste termijn te beëindigen en aan de tweede termijn te beginnen. De heer AMERICA: Voor een goed begrip: Ik vind het voorstel geen blunder. Als ik over een blunder spreek, bedoel ik de methodische be nadering die gevolgd is. Ik moet dan constateren dat het daarmee een heel eind bijzonder goed is gelukt, maar dat dit gestopt is op het mo ment waarop dit naar mijn mening, methodisch gezien, juist doorge - zet had moeten worden. Wanneer de wethouder zegt dat er alleen een voorstel is om iets te doen, meen ik dat dit geen juiste voorlichting is, want het voorstel geeft aan, concreet en tot op de gulden nauwkeu rig, wat er moet gebeuren en waarvoor iets kan gebeuren. Als u nog zou willen bepalen dat een speeltuin niet 7700, maar 7800, moet gaan kosten, dan kunt u die 100, -- straks niet meer betalen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 508