509
18 MEI 1972
althans zo bekijk ik het. Ik zou het helemaal met de ideeën van de
wethouder eens hebben kunnen zijn als wij een voorstel hadden gekre
gen waarin bij voorbeeld 100. 000, beschikbaar werd gesteld voor
zaken die straks nog nader omschreven moeten worden. Het voorstel
dat nu op tafel ligt is bijzonder concreet, tot op de gulden nauwkeu
rig. Er kan derhalve alleen nog maar informatie worden gegeven; het
in onderling overleg bekijken of er iets verschoven kan worden is vol
gens mij niet meer mogelijk. Als ik dat verkeerd zie, zou ik dat graag
van de wethouder vernemen.
Mevrouw jaGER-MIDDELBEEK: Juist omdat er constructief is sa
mengewerkt, zoals ook de wethouder heeft gezegd, moet men die sa
menwerking tot het laatste toe volhouden. Dit moet mijns inziens een
volkomen normale gang van zaken kunnen zijn.
Mevrouw VAN NES-BRANDS: Om te beginnen zou ik de construc
tieve samenwerking toch wel tussen aanhalingstekens willen zetten. U
weet dat er de laatste tijd nogal ongerustheid is geweest in die wijken;
daar heeft zich ook het een en ander van in de raad vertoond. Zo heel
constructief is die samenwerking dus helemaal niet geweest; ik hoop
dat de raad zich daarvan een niet al te overdreven voorstelling maakt
en trouwens ook niet van het stuk samenlevingsopbouw dat daar vanuit
de gemeente tot stand is gekomen. Immers, de gemeente is in alle wijken
zwaar in gebreke gebleven, ook in de wijk Westeinde. In dat opzicht
vind ik het antwoord van de wethouder dan ook een misvatting, dat
wil ik u heel eerlijk zeggen. Het samenlevingsopbouwwerk dat daar
gedaan is, is gedaan door de werkers van het KIM en wel in dezelfde
situatie als waarvan wordt uitgegaan in dit voorstel, namelijk het op
bouwwerk bijzondere situaties. Dat stuk werk is goed gedaan; het heeft
met de gemeentelijke diensten echter niets uitstaande gehad, want het
gaat hierbij om een rijkssubsidie. De gemeentelijke diensten hebben
aan die samenwerking meegewerkt en in die begeleidingscommissie,
in dat grotere overlegorgaan ook constructief meegewerkt - dat wil ik
best zeggen -, maar aan dat samenlevingsopbouwwerk is door de ge
meentelijke diensten niet genoeg gedaan, want dit voorstel is gewoon
niet uitgewerkt door de mensen tezamen met die diensten. De wensen
van de bewoners zijn op de hearings bijeen gebracht, de diensten heb
ben deze mee naar huis genomen, het voorstel uitgewerkt en aan de
raad gezonden. De bewoners zijn van dat voorstel totaal niet op de
hoogte en daar gaat het om: Het is hun wijk en zij hadden hun inbreng
bij de concretisering van het voorstel moeten hebben. Dit is niet ge
beurd en daarom vind ik, althans dit gedeelte een van bovenaf geor
ganiseerd stuk. Dat vind ik jammer.
Mejuffrouw PAULUSSEN: Ik heb de indruk dat de heer De Raaff
zich geprepareerd heeft op een bijzondere aanval op de raad. Hij merk
te op dat het klagen onjuist en funest is. Dat is zijn mening en dat is
zijn goed recht. Persoonlijk blijf ik zeggen dat ik de aanpak - met
zijn woorden - onjuist en funest vind.
Daarnaast heb ik - naar mijn mening in dit verband zeer terecht -
gevraagd en wel omdat het meermaals tot misvattingen en discommuni
catie komt waar de oorzaak ligt en of dit mogelijk zou kunnen samenhan
gen met een gebrek aan coördinatie. Misschien kan hij via de notulen
nog eens exact kennisnemen van de vragen die ik geformuleerd heb.
Wanneer hij vindt dat deze vragen deze discussie verre te buiten gaan,