511
18 MEI 1972
samenlevingsopbouwwerk doet, want dat wordt inderdaad gedaan door
het maatschappelijk werk. Het is zelfs zo dat de gemeente dat niet
mag doen. Maar als dit werk goed wordt gedaan door het maatschap
pelijk werk, dan mogen wij dat toch wel bevestigen.' Ook is het dan
niet nodig dat de gemeente daarnaast ook nog eens opbouwwerk gaat
doen. Dat dit nu werkelijk weer van bovenaf georganiseerd en opge
legd is, vraag ik mij in alle gemoede af; ik vind die opmerking echt
te ver gaan. Er is met alle betrokkenen uitvoerig over gesproken en
uit alle naar voren gekomen gegevens en wensen is dit voorstel voort
gekomen.
Met betrekking tot de vragen van mejuffrouw Paulussen kan ik
het volgende zeggen. Ik meen dat het bekend is dat er een werkgroep
bezig is om te proberen de coördinatie tussen de verschillende gemeen
telijke diensten beter gestalte te geven. Wij hebben gemeend hiertoe
bij dit project al een aanzet te moeten geven; In de renovatiecommis
sie zitten reeds vertegenwoordigers van verschillende gemeentelijke
diensten; dat betekent dus dat zij daarin al samenwerken.
De heer Koertshuis heeft gevraagd of er een aanpak bestaat voor
de gehele stad. Het antwoord moet zijn: Neen, die is er op dit moment
niet. Wij hebben wel - misschien kan de raad zich dat herinneren -
op de begroting 1972 een bedrag van 225. 000, -- gereserveerd voor
dit soort werkzaamheden, omdat wij de verwachting hadden dat er in
Westeinde en in andere wijken mogelijkheden zouden ontstaan om sa
men met het ministerie verbeteringen aan te brengen in de woonom
geving en in de infrastructuur. Een en ander is evenwel nog niet met
name genoemd, omdat de plannen die met "de renovatie verband hou
den op dat moment nog niet in een definitief stadium waren.
Zijn vraag met betrekking tot de "sociale coördinator" kan ik
op het ogenblik niet beantwoorden. Ik zal daarover echter graag eens
met hem spreken om te weten te komen wat hij daarmee precies be
doelt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
10. Bijlage nr. 168.
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET TOE
KENNEN VAN EEN SCHADELOOSSTELLING AAN H. A. J. VAN
OUTHEUSDEN WEGENS AFSTANDDOENING VAN DE HUUR EN
HET RECHT OP GEBRUIK VAN HET WINKEL-WOONPAND MID
DELLAAN 77.
11. Bijlage nr. 169.
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BE
SCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET'VOOR DE BOUW VAN
EEN REINWATERKELDER, DEEL UITMAKEND VAN HET PROJECT
"UITBREIDING WATERWINNING DORST" EN TOT HET ONDER
HANDS AANBESTEDEN VAN DIT DEELPROJECT.
12. Bijlage nr. 170.
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET TOE
KENNEN VAN EEN SCHADELOOSSTELLING AAN A.J. DE BAKKER
WEGENS AFSTANDDOENING VAN DE HUUR EN HET RECHT OP
GEBRUIK VAN HET CAFéWOONHUIS LEUVENAARSTRAAT 164-
164a.