515 18 MEI 1972 andere wijze te doen. Bovendien zijn wij van mening dat het, als wij toch zouden besluiten het op een andere manier te gaan doen, beslist niet goedkoper zal zijn. Wij hebben echter nog wel een opmerking. Wanneer er op 1 augustus 1971 een begroting op tafel komt voor het jaar 1971 die sloot met een tekort van 480. 000, -- ten aanzien waarvan wij afspraken dat het verlies over dat jaar tot maximaal dat bedrag zou worden gegarandeerd, moet ik u zeggen dat wij er wat moeite mee hebben als eerst blijkt dat het tekort over 1971 plotseling 650. 000, -- is, hetgeen een overschrijding van 35% van het begrote tekort is. Daarbij komt dan nog dat het inzetten van een nieuwe bus op de lijn naar het Liniekwartier achterwege is gelaten, terwijl er bovendien nog bezuinigingen zijn toegepast met betrekking tot lijn 7 van de stadsdienst naar Ulvenhout en lijn 13 van de interlokale dienst naar de Klokkenberg. Ik moet u zeggen dat wij er moeite mee hebben dat een raming van 35% wordt overschreden. De motivering die daar voor wordt gegeven spreekt ons nauwelijks aan. De stijging van de materiaalprijzen is wat moeilijk te voorzien en de loonstijging is mis schien wat hoger geweest dan men aanvankelijk heeft verondersteld, maar wij mogen er niettemin van uitgaan dat in de raming voor 1971 rekening is gehouden met de normale loonstijging. Ook spreekt ons het verhaal met betrekking tot de rittenkaarten weinig aan. Wij zouden van de wethouder graag een nadere motivering heb ben. Als dat nu niet kan, hebben wij daarvoor begrip, maar aan de goedkeuring van dit voorstel zouden wij toch duidelijk de voorwaarde willen verbinden dat er bij voorbeeld binnen twee maanden een dui delijker en betere motivering wordt gegeven voor het feit dat het be grote tekort van 480.000, -- ondanks de getroffen maatregelen toch is opgelopen tot een bedrag van 650. 000, --. Daarbij zou dan de vraag kunnen worden gesteld of wij de basis waarop wij subsidiëren niet moeten wijzigen, want het lijkt ons weinig zinvol de afspraak te maken dat er zal worden gesubsidieerd op basis van het maximum tekort dat in een begroting is vastgesteld als achteraf blijkt dat die begroting niet klopte, waarna dan toch het volledige verlies wordt ge dekt. Wij zouden hoewel dat misschien wat in tegenspraak is met het voorgaande, ook willen pleiten voor een adequate oplossing voor de verbinding met de Klokkenberg, Als dit geen volledige stadsdienst zou kunnen zijn, hebben wij daar begrip voor, maar anderzijds vinden wij dat het van het allergrootste belang is dat er een efficiënte en adequate verbinding met de Klokkenberg komt, vooral voor de be zoektijden. Wij zouden het college in overweging willen geven met de B. B. A, eens te bekijken of hiervoor een oplossing zou kunnen wor den gevonden. De heer VAN OS: Ik. zou mij graag van harte aansluiten bij de woorden van de heer Van Loon. Daarnaast wil ik er u opmerkzaam op maken dat wij sinds de benoeming van de nieuwe directeur van het vervoerbedrijf mogelijk een deskundige binnen het gemeentelijk apparaat hebben die nogal wat van het openbaar vervoer af weet, want tot nu toe heb ik wel eens het gevoel als ik de begroting en de stukken zie die over het vervoer gaan dat wij tamelijk veel alleen op het kom pas van de B.B.A. varen. Dat lijkt mij voor een gemeente die forse bedragen moet bijpassen toch een beetje gevaarlijk De heer SPANJER: Na het uitvoerige betoog van de heer Van Loon

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 515