518
18 MEI 1972
loonstijging van 13Natuurlijk kan men zeggen dat dit te weinig
was, doch ik kan het standpunt van de B.B. A„ wel delen dat men
het opnemen van op dat moment niet te verdedigen hoge loonkosten
geen reëel bedrijfsbeleid is. Het specifieke dat zich bij de B. B. A.
heeft voorgedaan is dat er naast de algemene loonronde nog een ver
hoging van de lonen is geweest op grond van het uitgebrachte bindend
advies van de commissie Edberink, waardoor de loonstijging in 1971
hoger is uitgekomen dan normaal. Begroot was 13%, doch de nacalcu
latie 1971 brengt met zich mee dat de werkelijke loonstijging op 19
uitkomt; een verschil dus van 6in guldens uitgedrukt: f 86. 000, --
meer.
Hetzelfde geldt voor de stijging van de materiaalkosten. In de
begroting 1971 is uitgegaan va.n het percentage van het Centraal plan
bureau, namelijk 5doch de werkelijke stijging van de materiaal
kosten is 6% geweest. Hier ontstond dus een verschil van 1 of wel
van 25, 000,
Een groot bedrag zit voorts in de verschuiving in de richting van
de rittenkaarten na de verhoging van het enkele-reistarief. De inkom
sten waren begroot op 1,862.500,--, ontvangen werd 1.776. 000,-,
zodat er 86. 500, -- minder werd ontvangen. Uitgedrukt in procenten
is de enkele reis teruggelopen van 41% naar 37% en is de rittenkaart
toegenomen van 43% naar 47%.
Ik heb er reeds mijn excuses voor aangeboden dat ik de raad over
val met deze cijfers, maar er is naar gevraagd en ik meende deze te
moeten verstrekken. Het is een voorschot op de informatie die in de
raadsafdeling zal worden verstrekt.
De heer VAN OS: Om misverstanden te vermijden: Op geen enkele
manier heb ik getracht te suggereren dat er gemeentelijk openbaar ver
voer zou moeten komen. Ik heb slechts gewag gemaakt van mijn in
druk dat het tegenspel dat de gemeente aan de B.B. A. biedt wat mager
tjes is en dat de nieuwe directeur van het vervoerbedrijf nogal wat er
varing heeft op het gebied van openbaar vervoer. Derhalve geloof ik
dat hij ons uiterst welkome adviezen zou kunnen geven.
De heer SANDBERG: Nog even een opmerking over de tariefswij
zigingen. In eerste instantie heb ik mijn kritiek eigenlijk enigszins
tot de B.B.A. gericht. Uit het antwoord van de wethouder heb ik even
wel begrepen dat ik met die kritiek rustig bij het college kan blijven
en dat ik niet verder behoef te gaan, omdat de informatie kennelijk al
bij het college aanwezig is; er is zelfs een vinger in de pap, heeft de
wethouder gezegd.
Ik vind het toch bijzonder jammer dat ik als raadslid en in het
bijzonder als lid van de raadsafdeling verkeer en vervoer uit de kran
ten moet vernemen dat de tarieven zijn gewijzigd, hetgeen ons nu,
enige tijd later, voor de consequentie plaatst dat er een tekort is van
86. 500, -- op het oorspronkelijk geraamde. Juist doordat dit tekort
door de gemeente wordt aangevuld is dit een zaak waarover de raad
mijns inziens tijdig geïnformeerd moet worden. Ten aanzien van al
lerlei andere zaken waarvoor ik in het verleden zo heb gepleit kan ik
eigenlijk niets zeggen: Anderhalf jaar geleden heb ik bij de begrotings
behandeling gepleit voor voorverkoopadressen voor 4-rittenkaarten, ook
heb ik gepleit voor het aanbrengen van stempelautomaten, waarmee
reeds alle grote gemeenten werken en ik heb mij steeds afgevraagd
waarom dit bij de B.B. A. nog niet is ingevoerd. Ten aanzien van de
tariefswijzigingen die duidelijk financiële consequenties hebben meen