23 MEI 1972
530
verbazen ons er over dat de installatie toch is geplaatst, zelfs onder
toezicht van het ENWA-bedrijf.
In Wisselaar-oost en in Bïesdonk is direct een goed isolatiesysteem
gekozen en daar blijkt alles veel beter te gaan.
De gebruikers hebben voor een groot deel het tekort aan isolatie
moeten betalen.
Op bladzijde 14 wordt de exploitatie besproken. Hier staat onder
meer dat de exploitatieoverzichten pas na de eerste jaren zijn opgesteld.
Naar onze mening is de motivering hiervoor onvoldoende. Ook wordt
vermeld dat aangaande de tariefopbouw en de tariefstelling nog contacten
dienen te worden gelegd met het ministerie van volkshuisvesting en ruim
telijke ordening. Ik ben erg benieuwd wat dit ministerie van onze nieu
we tarieven zal denken. Ik vind het erg slordig wanneer men niet over
de juiste cijfers over de eerste jaren beschikt en achteraf tot de ontdek
king moet komen dat dit geweldige verliezen heeft opgeleverd.
Het exploitatietekort waarover verder wordt gesproken komt af
gerond neer op een bedrag van 3. 800. 000, --. Hierbij komen over
headkosten van het ENWA-bedrijf, 677.000, -- door onderbezetting
en een investeringsexcedent van 800.000, --. Bij elkaar is dit ook
ruim 1.900.000, --. Bovendien is er een prognose van nog te investeren
zaken. Opgeteld komt men op een bedrag van ruim 6. 000.000,--. Dit
is het bedrag dat het project extra heeft gekost, op een totale aanvanke
lijke investering van ongeveer 7.000.000, --. Men kan zeggen dat
mener flinkheeft "naastgekleund". Wanneer men zich afvraagt wathier-
van de oorzaken zijn, moet men teruggrijpen op het rapport-Van Heug-
ten. Hierin staat bij een punt betreffende de overschrijding van de ra
ming dat het ENWA-bedrijf nooit een bestek heeft gemaakt en dat een
installateur voor een zekere prijs gewoon te zorgen had dat de aange
geven capaciteit werd bereikt. Wanneer men ziet dat dit onder controle
van het ENWA-bedrijf is gebeurd en men komt tot de ontdekking dat
dit 458. 000, -- overheadkosten met zich meebrengt, vraagt men zich
af of dat geld wel goed besteed is.
Op pagina 16 staat iets over de aanloopverliezen, onder andere
het droogstoken van woningen. Voor het droogstoken van woningen heb
ben de eigenaren van premie- en vrije sectorwoningen direct zelf mogen
betalen. Wanneer een bouwmaatschappij, bijvoorbeeld in Upelaar, dit
niet heeft betaald beschouwde men dit als een cadeautje. Dit wordt nu
min of meer op de huidige gebruikers verhaald.
Het is eigenlijk niet meer te achterhalen hoeveel het gekost heeft.
Het is onbegrijpelijk dat de één hiervoor wèl heeft moeten betalen en
de ander niet. Dit waren natuurlijk ook geen onvoorziene kosten.
Er wordt ook nogal eens gesproken over de service. Wij kunnen
alleen tot de conclusie komen dat de service - en dat blijkt ook onder
meer uit onze enquête - niet zo geweldig is geweest, tenzij het ENWA-
bedrijf daaronder verstaat het achterna hollen van alle tekortkomingen
van de centrale wijkverwarming, die eigenlijk het gevolg zijn van een
bijzonder slechte aanleg. Dit kan men echter geen service noemen.
Op bladzijde 20 wordt gesproken over de 164 woningen in Gee-
ren-noord. Dit staat halverwege de bladzijde. Hier wordt gesproken
over het destijds op 12-12-1968 genomen raadsbesluit: "Terzake dient
te worden opgemerkt dat destijds naar ons gevoelen onvoldoende naar
voren is gekomen dat het niet aansluiten gevolgen zou hebben voor
de hoogte van het tarief". Het is logisch dat dit wèl zo was. De vraag
is of hiertegenover geen tegemoetkoming staat van de bouwer van de
ze 164 woningen. Straks zal een raadsvoorstel worden ingediend waarin