531
23 MEI 1972
dat wè! het geval had moeten zijn.
Op bladzijde 22 wordt onder meer onder aan de bladzijde gespro
ken over de invloed die de afnemer zou kunnen hebben op het bedrag
dat hij voor de warmte beschikbaar wil stellen en over de storingen
die in de installatie kunnen optreden door het gedragspatroon van de
afnemer. De bewering dat storingen door het gedragspatroon van de
afnemer zouden zijn opgetreden, is niet te staven. Van Heugten heeft
destijds bewezen dat de installatie en de uitvoering dusdanig zijn dat
de ideale situatie, volgens welke de afnemer inderdaad zijn verbruik
zou kunnen regelen, volstrekt onmogelijk was omdat de kwaliteit van
de kranen dit niet toeliet.
Op bladzijde 23 staat wederom dat het bedrijf veel service heeft
verleend, zonder rechtstreekse doorberekening van de kosten. Men vraagt
zich af of het bedrijf dit niet heeft gedurfd. De gehele exploitatie van
een dergelijke wijkverwarming kan natuurlijk geheel anders geschieden.
Door informatie is ons gebleken dat men bijvoorbeeld in Den Bosch de
zaak wel sluitend heeft kunnen maken en dat daar de kosten beduidend
lager zijn; terwijl de brandstofkosten vergelijkbaar zijn liggen de vas
te lasten in Breda aanzienlijk - minstens honderd gulden - hoger dan in
Den Bosch.
Op bladzijde. 24 staat dat de minister van volkshuisvesting waar
schijnlijk akkoord zal gaan met het in de tarieven doorberekenen van
de huidige nog te verwezenlijken investeringen. Wij betwijfelen dit
eerlijk gezegd. Wanneer de minister althans een goed inzicht krijgt
in de gehele gang van zaken rond deze wijkverwarming lijkt ons dat
twijfelachtig. Men vraagt zich soms af waarvandaan men allerlei be
dragen haalt. Een typerend voorbeeld is de kwestie van het vernieu
wen van buizen. Er wordt begroot dat men 2430 meter buizen moet
vernieuwen. Dit zou ongeveer 450.000, -- kosten. Het is merkwaar
dig dat in het rapport-Van Heugten stond dat men veel minder geld
nodig had. Voor 2430 meter h 90, -- per meter kwam men op een
bedrag van 218.700,--. Dat is minder dan de helft. Daarbij was
nog inbegrepen dat deze buizen in de bestrating moesten worden ge
legd. Dat is nu, bij het vernieuwen van de buizen waarop het eerstge
noemde bedrag betrekking heeft, beslist niet op alle plaatsen ingecal
culeerd. Men zou dus eigenlijk nog lager uit moeten komen. De cal
culatie van Van Heugten is inderdaad enkele jaren oud. Zelfs wanneer
men hierbij echter 25% of 30% optelt, komt men nog niet aan een be
drag van 450. 000, Men vraagt zich dan wèl af hoe het mogelijk
is dat deze prijs wordt genoemd.
Samenvatend hebben wij uit eigen ervaring en hier en daar ook
uit de nota gemerkt dat in tenminste twee wijken de wijkverwarming
slecht en sterk verliesgevend is. De gebruikers moeten veel kosten be
talen terwijl zij nergens profijt van hebben gehad. Er staat geen enkel
voordeel voor de gebruikers tegenover, behalve misschien dat in de
toekomst de wijkverwarming ooit nog eens goed gaat werken. Alle el
lende die hieraan vooraf is gegaan moet nu voor het grootste deel wor
den betaald door de gebruikers en voor zover dat niet gebeurd moet
dit gezamenlijk door de burgers van Breda betaald worden. Het is na
tuurlijk op zichzelf sneu dat wij met de wijkverwarming zitten opge
scheept. Wanneer men de zaak op dit ogenblik zou bekijken zou men
er zeker nooit aan beginnen om de simpele reden dat het technisch ge
sproken aanmerkelijk voordeliger is de energie in de vorm van gas te
transporteren in plaats van in de vorm van warmte. Men vraagt zich
af of wij nog van die wijkverwarming af kunnen en of er een oplossing