532
23 MEI 1972
denkbaar is die voor de gebruikers aantrekkelijker is. Van dit college
mag verwacht worden dat het op grond van de ervaringen bijstuurt en
dat het een duidelijk andere koers aan deze zaak geeft. Zoals ik ook
in mijn inleiding heb gezegd blijft het ook in deze nota volkomen ver
borgen waar de fouten bij de wijkverwarming zitten. In de nota heeft
men alleen aan symptoom-bestrijding gedaan en over de oorzaken wordt
eigenlijk niets verteld. Hoe is het mogelijk dat deze grote bedragen
achteraf in rekening moeten worden gebracht? Dat blijft ook in deze
nota verborgen en dat is ons belangrijkste bezwaar hiertegen, afgezien
van de schade die reeds berokkend is aan de diverse afnemers en van
de ellende die ongetwijfeld nog voor de deur staat. De verzekering die
ons nu in deze nota weer wordt gegeven dat met 100. 000, -- of meer
erbij alles rozegeur en maneschijn wordt, willen wij niet meer geloven.
Die verzekering hebben wij reeds meerdere malen gekregen. Ik herinner rr
nog een wethouder uit het vorige college die verteld heeft dat het wel een
ton zou kosten om de zaak rond te maken, maar dan zouden wij eindelijk
van de ellende van de wijkverwarming af zijn.
Dat is per se niet waar gebleken. Wij vrezen het ergste wat be
treft het voornemen van het college. Wij vinden dat onvoldoende onder
zocht is of bepaalde gedeelten van de wijkverwarming toch niet beter
zouden kunnen worden afgestoten. Hierbij mag men de investeringskos
ten, die tot nu toe benut zijn voor het ketelhuis en vooral voor de ter
reinleidingen, niet al te zeer in rekening brengen, want het blijkt dat
de terreinleidingen voor een groot gedeelte vernieuwd zijn of vernieuwd
moeten worden. Hiermee hebben de gebruikers in het geheel niets te
maken en het is dus niet reëel dit door hen te laten betalen.
De heer JANSEN: In de eerste plaats wil ik stellen dat ik veel
waardering heb voor de tweede nota van het college. Deze is duidelijk,
geeft veel informatie en is zelfs voor een niet-deskundige goed leesbaar.
Hiermede wil ik niet zeggen dat ik de conclusies in deze nota onder
schrijf en dat er voor mij geen vragen overblijven. Is er een alterna
tief? Naar mijn mening wel. Voor ik hierop verder in zal gaan, wil
ik enige vragen stellen en enige kanttekeningen bij de nota maken.
Bij de start van het wijkverwarmingsproject beschikten wij over
onvoldoende gegevens, hebben wij geen deugdelijk onderzoek laten
instellen en beschikten wij over onvoldoende isolatiemateriaal, waar
van wij thans de rekening gepresenteerd krijgen. Wij hebben een con
tract opgesteld waarin naar mijn mening te weinig garanties voor een
zo omvangrijk project stonden. Op dit moment is zelfs niet concreet
te zeggen dat wanprestaties geleverd zijn. Of wel soms? Is de gemeen
te dan niet te laat gekomen door zich nu pas deze dingen te gaan af
vragen? Was de situatie waarin wij verkeren dan nu pas bekend? Deze
vraag kan naar mijn mening niet bevestigend worden beantwoord, want
zes jaar geleden stonden de kranten al vol met de ellende van de wijk
verwarming, met name destijds in de Wisselaar. Ik sprak in het begin van
mijn betoog over een goed rapport. Men zegt hierin immers precies hoe
wij er voor staan. In de oude nota's en rapporten heb ik niets kunnen
vinden over wanprestaties, garanties en aansprakelijkheid. Is dit niet
vreemd? Al met al blijft dit voor mij een vage zaak. Het is mij nog
steeds niet duidelijk hoe men tot dit bestek is gekomen, wie dit heeft
samengesteld en of hiernaar een onderzoek is ingesteld. Ik begrijp vol
komen dat wij een investering van ongeveer 8. 000. 000, -- niet h
bout portant ongedaan kunnen maken. Wanneer wij de nota onderschrij
ven betekent dit dat wij op dezelfde manier met de wijkverwarming