23 MEI 1972
544
als tariefelement voor, met als gevolg dat die dan ook niet op eniger
lei wijze worden gedekt. Iedereen weet dat er aanloopverliezen zijn
- dat wisten wij ook -, maar als men nog geen zekerheid heeft of men
die aanloopverliezen op andere wijze kan dekken is het natuurlijk erg
gemakkelijk achteraf te zeggen dat die in het tarief hadden moeten
staan. Zij konden niet in het tarief worden opgenomen omdat volks
huisvesting ze niet als tarief aanmerkte.
Over de risicoreserve bestaat kennelijk onduidelijkheid in het
rapport. In de woningwetbouw wordt over de huren een risicoreserve
gevormd. Die is op dit moment 10°Jo„ Er is nimmer in het kader van die
reservevorming ook een reserve gevormd over de geïnvesteerde bedra
gen en over de vastrechtbedragen die betaald zijn in het kader van de
wijkverwarming. Derhalve zijn deze reserves niet te gebruiken om
een deel van de exploitatietekorten te dekken.
De heer Crul maakte opmerkingen naar aanleiding van bijlage
7. Hij vroeg of wij wel in staat zijn méér ten laste van de algemene
dienst te laten vallen dan wij voorstellen. Wij stellen voor dit bedrag
te beperken tot 3. 300. 000, --. Ook vroeg de heer Crul wat er zou
gebeuren als dit bedrag 5. 000. 000, -- zou zijn. Ik heb die bedragen
niet exact in mijn hoofd, maar naar mijn mening geeft de algemene
reserve op dit moment een stand aan van ongeveer 3.900. 000, --.
Derhalve kan het bedrag van 5. 000. 000, -- niet gedekt worden door
de algemene reserve. Ik weet op het ogenblik niet op welke wijze dit
wel zou kunnen.
De heer Kramer heeft nog een opmerking gemaakt over de bil
lijke lastenverdeling. Dat element ligt ons na aan het hart. Wij zijn
van mening dat die billijke lastenverdeling wordt verkregen indien
wij de kosten van de wijkverwarming als totaal project in Breda gaan
bekijken en de lasten verdelen in relatie tot de calorische waarde die
is geïnstalleerd in de diverse woningen.
Ik meen een belangrijk deel van de vragen hiermee te hebben
beantwoord.
De VOORZITTER: Aan de orde is de tweede termijn.
De heer VAN OS: Het zal velen duidelijk zijn dat ik toch niet
geheel door de wethouder ben gerustgesteld. Ik wil in het kort nog op
een aantal punten ingaan.
Ten eerste wil ik het hebben over de kwestie van de beperking
van het rapport. Wij hebben een eerste nota ontvangen en wij hebben
nu een tweede ontvangen. Meerdere malen is opgemerkt dat gezocht
moet worden naar de oorzaken van het falen van de wijkverwarming.
De wethouder heeft mij geen enkel argument geleverd waarom deze
nota beperkt is tot alleen corrosie en exploitatie in het verleden en in
de toekomst. Als men bepaalde fouten in een systeem constateert zal
men moeten uitzoeken waar de oorzaken liggen. Niet alleen de tech
nische, maar ook de organisatorische oorzaken zal men moeten op
sporen. Kennelijk is er iets mis met de beleidsbeslissingen die hebben
geleid tot deze centrale wijkverwarming. Wij betreuren het dat hier
over in het geheel niets op papier is gezet.
Het wordt voorgesteld alsof de corrosie zeer onverwachts is ge
komen; alsof het allemaal een beetje is tegengevallen. Iedereen die
ooit in IJpelaar is geweest bij de aanleg van de wijkverwarming weet
dat, toen de buizen gelegd werden, de goten onder water stonden. Dat
is nu nog het geval. Wanneer hier bovendien een isolatie wordt aange-