551 23 MEI 1972 woord laten aan de bewoners van de wijken zelf en aan de technische mogelijkheden van het ENWA-bedrijf. In verband met de aansprakelijkheid hebben behalve de heer Van Duijl ook de heren Jansen en Kramer een opmerking gemaakt. Volgens de heer Jansen wordt niet gesproken over de vraag waar de fout m ligt. Dit is niet helemaal waar. Er is wel degelijk getracht een aanspra kelijkheid in welke richting dan ook te vertalen, ook in financiële con sequenties. Dit heeft tot op heden niet geleid tot een garantieclaim om dat wij van mening zijn dat de oorzaken te veel verschillen. De heer Crul merkte op dat, hoewel tijdens de raadsafdelingsver- gadering over die garantie erg weinig kon worden gezegd, in korte tijd hierover veel informatie ter beschikking is gekomen. De heer Crul merkt dat ook achter de tafel wordt gewerkt. In het rapport van het waterlaboratorium-zuid staat de opmerking dat door een slechte afwerking van de buitenbekleding van bitume een rottingsproces van het desbetreffende deel van de leiding heeft plaats gevonden. Dit wil alleen zeggen dat dit zich bij de delen die aan hetwa-- terlaboratorium-zuid zijn getoond heeit voorgedaan. Dit wil echter in het geheel niet zeggen dat wij ook in de overblijvende 2130 strekkende meter leiding, geïsoleerd met puvlas, dat rottingsproces zullen mogen verwachten. Dat wij in dit rapport in verband met de corrosie geen integrale uitspraak voor de toekomst doen wordt door de heer Crul terecht opge merkt. Wel wil ik zeggen dat de meetmethoden die wij nu toepassen aanzienlijk beter zijn dan die welke in het verleden werden toegepast. Men heeft dit kunnen lezen in het rapport. Met name door de kathodi- sche bescherming van het leidingennet kan over zeer korte onderlinge afstanden worden bepaald in welke mate zich corrosie voordoet in het net, zodat wij dit net geheel onder controle hebben. Dit wil niet zeggen dat zich geen corrosie zou kunnen voordoen. Wij weten het dan echter wel op tijd, zodat naar aanleiding daarvan geen calamiteiten kunnen optreden» Er is een opmerking gemaakt met betrekking tot de risicoreserve. Naar mijn mening is mijn opmerking in eerste termijn niet in tegen spraak met het gestelde in het rapport. In het rapport staat dat de voor gestelde maatregel tevens een einde maakt aan het verschil in behande ling van verwarmingsbedrijven, die zijn opgenomen in het woningbe drijf en los van het woningbedrijf fungerende verwarmingsbedrijven. In het geval dat een verwarmingsbedrijf is opgenomen in het woning bedrijf wordt een risicoreserve gevormd, inclusief het bedrag dat geldt als vastrechtbedrag. Het verwarmingsbedrijf is in de gemeente Breda om allerlei redenen niet opgenomen in het woningbedrijf. Om die re den is in Breda geen risicoreserve gevormd. Dat wordt in ieder geval bedoeld te zeggen. Tenslotte zeg ik de heer Kramer toe dat de lastenverdeling in relatie tot de calorische waarde in de afdeling zal worden behandeld. Dit is immers een punt dat een wijziging zal brengen in de tariefstelling. De VOORZITTER: Ik heb het gevoel dat het voorstel van orde van de heer Crul schorsing beoogt. Ik schors de vergadering voor twin tig minuten. 21. 02 uur) Gedurende enige tijd wordt gepauzeerd. De VOORZITTER: Ik heropen de geschorste vergadering. 21.20

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 551