553 23 MEI 1972 dercapaciteit omdat juist in Geeren-Noord, zoals uit onze enquête is gebleken, over een tekort aan warmte geklaagd wordt. Achter een overcapaciteit van het ketelhuis moeten dus al enige vraagtekens wor den gezet. Bovendien liggen de leidingen er nog niet. Zij behoeven dus op dit moment ook nog niet door de koper van de grond betaald te worden. In Geeren-Noord is per woning een bedrag van 1.260, -- geïnvesteerd voor leidingen inclusief het ketelhuis. Aangenomen dat de buizen er nog niet liggen komt men per woning op een investering van ongeveer 600, -- tot 900, --. Ik zou mij er zeer over verbazen als de koper van de grond zou weigeren in te gaan op het voorstel dat hij voor een bedrag van on geveer 1. 000, --, ontheven is van de verplichting aangesloten te wor den op de wijkverwarming. Ik kan dit niet geloven. Het is immers een bekend feit dat woningen die aangesloten zijn op de centrale wijkver warming ongeveer 10. 000, -- minder opbrengen dan vergelijkbare woningen met een eigen centrale verwarming. Het zou dus alleszins voordelig zijn deze verplichting voor 1.000, -- af te kopen. Wanneer ik kijk naar de bedragen die in het voorstel zijn genoemd, kom ik op een bedrag van 2. 670, -- per woning, alleen voor het aan leggen van de buizen van net ketelhuis naar de betreffende straat. Dit is voor mij een raadsel. Ik begrijp in dit licht helemaal niet waarom de koper zich niet kan vrijwaren van deze aansluiting. Wij krijgen namelijk straks nog een voorstel aangeboden waarin een woningbouw vereniging zijn best doet in allerlei woningen centrale verwarming aan te leggen. Deze woningbouwvereniging heeft dit tot nu toe gepresteerd - dat wil zeggen een individuele unit per woning - voor 3. 300, -- per woning. Hier kosten de buizen van het ketelhuis naar de straat waar de woningen komen te staan 2.670, -- per woning. Ik kom op dit be drag door 96.150, -- te delen door 36. Dit lijkt mij een volkomen irre- ele zaak. Iemand kan voor 3. 300, -- per woning een centrale verwar ming aanleggen en wij rekenen voor buizen van het ketelhuis naar de straat 2.670, --. Hierbij moet nog gerekend worden de gehele instal latie in die woningen. Het is mij een raadsel hoe dit kan. Misschien kan de wethouder ons hierover nader inlichten. Ook gezien de klachten die wij bij onze enquête hebben gehoord over een tekort aan warmte in Geeren-Noord geloof ik niet in een overcapaciteit van het ketelhuis, al zou die op papier inderdaad moeten bestaan. Wij zouden het betreu ren wanneer met dit voorstel geen begin werd gemaakt met het varen van een andere koers. Wethouder VAN GRAAFEILAND: De koper van de grond had zich kunnen vrijwaren van de verplichting tot aansluiting door een bedrag te betalen van 72.000, -- voor desinvestering. Dit betekent 2.000, -- per woning. Het etreft hier de desinvestering in het ketelhuis en in een deel van het lei- dingennet. Met betrekking tot de kosten die verbonden zijn aan het leg gen van de leidingen kan ik geen exactere specificatie geven dan die wel ke in het voorstel is opgenomen. De heer VAN OS: Ik ben blij dat ik nu weet hoe hoog dat bod is geweest. Een bedrag van 2. 000, -- lijkt mij te groot. Ik meen dit ook aangetoond te hebben. De totale investering in ketelhuis en leidin gen is in Geeren-Noord gemiddeld 1.260, -- per woning. Volgens de wethouder moeten wij de prijzen van de leidingen voor kennisgeving aannemen. Ik heb de wethouder daarstraks een concreet voorbeeld ge noemd van het leggen van nieuwe leidingen. Ik heb toen gememoreerd dat Van Heugten kwam op minder dan de helft van de prijs die nu door

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 553