556 23 MEI 1972 voor auto's zullen gelden. Wij hebben tegen de technische uitvoering een aantal bezwaren. In de eerste plaats zijn wij bang dat er een soort verkeerschaos zal ontstaan in de Sint Annastraat, wanneer hier auto's staan te wachten om onder de bomen door te mogen rijden. Het is daar heel smal. Wij hebben de verwachting dat daar een heel vervelende situatie zal ontstaan wanneer een dergelijke verkeersbelemmering zal worden aangebracht. In de tweede plaats denken wij dat de automatische bewegings- apparatuur toch niet berekend zal zijn op het veelvuldig gebruik dat hiervan gemaakt zal worden. De slagboom zal de gehele dag open en dicht gaan. Wij kunnen ons voorstellen dat defecten aan de orde van de dag zullen zijn. In de derde plaats lijkt het ons een practisch bezwaar dat bezoe kers van buitenaf, die onbekend zijn met de situatie, plotseling ge confronteerd zullen worden met een slagboom waarvan zij niet goed weten wat zij ermee aanmoeten. Zij komen dan ten einde raad terecht bij de Oude Vest. Wij doelen op de meer formele bezoekers van het gemeentehuis. Wij zien een betere oplossing in het uitdelen van zo hoog mogelijke boetes aan de overtreders op het Stadserf en in het uitoefenen van een strenge controle. Het zou misschien ook raadzaam zijn diezelfde formele bezoekers op de hoogte te stellen van de controle die zal worden uitge oefend. Om de parkeerdruk op het stadserf te verminderen zou ik de lang- parkeerders willen aanbevelen wat meer van de fiets gebruik te maken dan tot nu toe het geval is. Wethouder VAN DUN: Op voorhand moet ik zeggen dat er een aantal vragen is gesteld waarvan de beantwoording niet tot mijn com petentie behoort, met name de vraag of de bezoekers van het stadhuis met de fiets of met de auto moeten komen. Naar mijn mening is dit nog altijd een kwestie van eigen verantwoordelijkheid en van vrijheid die men ook in dit maatschappelijk verkeer aan elkaar moet laten. Wat is het probleem? Naar mijn mening twee dingen. Dit voor stel is gegroeid binnen het college. Ik meen echter dat het mede op initiatief van de raadsafdeling voor verkeer en vervoer is ingediend die, juist als ook andere raadsleden opdagen omdat er raadsafdelings- vergaderingen zijn, inderdaad geconfronteerd wordt met een parkeer- chaos op het Stadserf. De heer Severens snijdt terecht een probleem aan. Hij zegt dat er een raadsstuk in deze raad is gepasseerd waarin is gepraat over het parkeervrij maken van het zuidelijk gedeelte van de Grote Markt. Hier in stond een zinsnede dat de situatie van het Stadserf bezien zou worden. De situatie is bezien, maar op een andere manier dan de heer Severens bedoelt. Wij hebben tegen elkaar het volgende gezegd: wanneer wij nu in allerlei contracten die wij met anderen over de vestiging van kantoren of anderszins sluiten bedingen dat er bij die kantoren par keerruimte is voor degenen die het kantoor bevolken, is het natuurlijk wel bijzonder typisch dat wij voor een gemeentehuis in de binnenstad met 250 werknemers, een eigen parkeerruimte teloor laten gaan. Dat is de filosofie die op de eerste plaats heeft geleid tot het niet voor pu bliek openstellen van het Stadserf. Dan kom ik bij een opmerking van de heer Severens, die vraagt hoeveel bekeuringen zijn uitgedeeld en bij een opmerking van mevrouw Van Nes dat er meer boetes moeten worden uitgedeeld» Dat is nu juist

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 556