562 23 MEI 1972 wanneer wij de Turfschip-problematiek in zijn geheel bespreken, onderwerp van discussie zal kunnen uitmaken. De VOORZITTER: Dit zou dus samengevat betekenen dat de raad wenst dat het woord "preadvies"veranderd wordt in "mededeling". Dat betekent dat de raad een mededeling van het college bereikt zou hebben waarin een aantal stellingen wordt geponeerd. De heer Van Loon zegt - en hij wordt hierin door de heer Van Os en zeker door vele andere raadsleden gesteund - dat die mededeling voor kennisge ving zou kunnen worden aangenomen, hetgeen tenslotte betekent dat gehandeld wordt ingevolge de besluiten die onderaan op pagina 4 wor den vermeld. De heer VAN OS: In het geheel niet. De VOORZITTER: De mededeling - als het college daarmede instemt wat in deze lezing wel het geval zal zijn - wordt voor kennis geving aangenomen. Dat betekent dat de raad voor kennisgeving aan neemt hetgeen is vermeld onder a, en b. Dat is juist de beslissing op dit ogenblik. Wat namelijk in een volgend stadium gebeurt hangt af van het initiatief dat öf het college neemt 6f de raad. Dan zou het vraagstuk opnieuw aan de orde kunnen komen. Wanneer men deze le zing aan het voorstel wil geven kunnen wij dit voor kennisgeving aan nemen. De heer VAN OS: Onder punt 5 van het voorstel staat: "resumeren de stellen wij uw raad voor: a. niet over te gaan enz. b. in te stemmen met de hiervoor aangeduide procedure". Daarmede gaan wij niet akkoord. Wij hebben hier moeite mee en wil len hierop volgende maand gaarne terugkomen. De VOORZITTER: Dat laatste is niet uitgesloten. Het is nu geen voorstel meer doch een mededeling die zijn oorsprong vindt in een mo tie van november verleden jaar. Op dit ogenblik nemen wij die voor kennisgeving aan. Daar moeten wij het naar mijn mening bij laten. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten dit preadvies te wijzigen in een mededeling en deze voor kennisgeving aan te ne men. 40. Bijlage nr. 198. MEDEDELING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS INZAKE HET VERZOEK VAN DE CONTACTCOMMISSIE MIDDENSTAND- GROOTWINKELBEDRIJVEN TOT INSTELLING VAN EEN WEKELIJK SE KOOPAVOND OP VRIJDAG VOOR EEN PROEFPERIODE VAN 6 MAANDEN. De heer JANSEN: Ik ben bang dat de koopavond langzamerhand een prestigezaak voor de commissie middenstand-grootwinkelbedrijven wordt. De manier waarop men de consument probeert te indoctrineren, ■zoals C. en A. in zijn advertentie die een gehele pagina beslaat, waar uit ik letterlijk citeer: "En iedereen mag profiteren van de koopavond. Of nog niet soms?" vind ik ronduit walgelijk. Op 19 mei jongstleden is de uitslag van een NIPO-onderzoek gepubliceerd. Hierin wordt ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 562