573 29 MEI 1972 In april vonden informatieve gesprekken plaats. Wederzijds wer den informaties gegeven over het complex en over alle mogelijkheden en moeilijkheden die er waren. De heer AMERICA; Met wie van het waterschap is onderhandeld? Was dat met het dagelijks bestuur? Wethouder BROEDERS; De eerste besprekingen werden gevoerd met de watergraaf. Mij is nu niet bekend wie er van de zijde van het waterschap voorts bij betrokken waren. Ik neem aan dat de huisvestings commissie en het dagelijks bestuur bij de vootbereiding van de huisves ting betrokken zijn. De eerste echte onderhandelingen over voorwaarden, prijs etc. vonden plaats op 29 april. Van de zijde van het waterschap namen deel de watergraaf de heer Swier en het lid van het dagelijks bestuur, tevens lid van de huisvestingscommissie, de heer De Wir, Op die datum lagen de standpunten over voorwaaiden en prijs vrij ver uiteen. Op 3 mei vond een tweede onderhoud plaats. Op diezelfde dag is er namens de gemeente ook een gesprek geweest met de andere partner. Het is eenvoudigweg niet mogelijk de transacties te scheiden, er is ook met bepaalde besturen contact geweest. Ook op 3 mei kon geen defini tief oordeel gegeven worden. Op 10 mei vond een vervolggesprek plaats naar de kant van de stichtingen. In principe onderkende men aan die zijde de mogelijkheid van een overeenkomst. Diezelfde dag werd in her college de gehele transactie besproken. Overigens was ook op 3 mei al in het college ge praat over deze materie. Nu op 10 mei ook de andere partner bereid bleek een overeenkomst te sluiten vond in het college het gesprek plaats naar aanleiding van het voor u liggende voorstel. De betrokken afdelingen - openbare werken en financieën - moesten naar de mening van het: college zo snel mogelijk geïnformeerd worden en daarom stelden wij voor op vrijdag 112 mei zonder schriftelijke stukken een vergadering uit te schrijven ten einde een eerste mondelinge oriëntatie te geven. Tijdens de collegevergadering werd echter medegedeeld dat in verband met Hemelvaartsdag nogal wat leden afwezig waren en wij meenden een en ander beter te kunnen verschuiven naar de week daarop. Dinsdagmorgen 16 mei zou toen de vergadering gehouden worden. Als collegelid, belast met deze stukken, had ik de pech dat de. heer Franken, die de coördinerende figuur was, een lang weekeinde had genomen en daarom heb ik in dat weekeinde de aanzet tot een analyse van het gehele probleem gegeven. De feeer Franken heeft die aanzet op maandag verder uitgewerkt en op papier gezet, opdat zij dinsdagochtend uitgereikt kon worden, Ik stel er prijs op dit, te verklaren omdat dit aan toont dar het college snel moest werken omdat het evenals het waterschap in tijdnood kwam. Hetgeen ons bij de beoordeling van het Bouvignecom- plex aanvankelijk voor de geest gestaan heeft kon niet, worden gerealiseerd i volle omvang omdat de gehele gang van zaken rond de vraag van het water schap om een definitieve huisvesting in Breda een zodanige versnelling in het gehele proces teweeg bracht dat de nu geuite bezwaren in deze raad er het gevolg van zijn. Wij moeten hierbij aantekenen dat wij menen in de mate van het mogelijke, wellicht met een kleine onvolkomen heid zo hier en daar, rekening houdend met de feitelijke situatie die door omstandigheden van buitenaf ontstaan is, op een zodanige wijze informatie te hebben verstrekt dat besluitvorming mogelijk is. Ik kom nu aan het niet uitwerken van nadere beoordelingen, al ternatieven e,d. De onderhuurkwestie aan de Pius X-stiehting - min

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 573