578 29 MEI 1972 het oorspronelijke huurcontract van Bouvigne. Daarvan is geen enkel stuk ter inzage gelegd. De heer AMERICA; Voordat ik een besluit neem zou ik graag het advies van de gecombineerde afdelingsvergadering willen horen. Ik ben daaromtrent niet geïnformeerd en hetgeen hierover in de frac tie gezegd is doet denken dat er geen advies is. Als dit het geval is weet ik niet hoe ik vanavond verder moet. Ik was hier vanavond bi j vergissing een uur te vroeg, welk uur ik goed dacht te kunnen gebruiken door eens in de stukken te kijken die mij helaas niet thuis waren gestuurd. Om zeven uur waren alle mappen echter al uit de leeskamer verdwenen. Tk heb het gevoel dat mij vanavond een besluit wordt afgedwon gen, hoewel ik niet klaar ben. Ik hoop dat het niet slechts een kwes tie van koppen tellen zal zijn en dat men respecteert dat ik op dit moment met deze complexe zaak nog niet zover ben dat ik al een besluit kan nemen. Ik zal het ordevoorstel van D'66 dan ook van harte steunen. De heer SEVERENS: Het college dwingt mij -- als raadslid ver tegenwoordiger van de burgerij van Breda -- binnen zes dagen een be slissing te nemen inzake de verkoop van het complex-Bouvigne. Het maakt het mij door een dergelijke handelswijze onmogelijk mijn raadslidmaatschap in een voor de stad belangrijke zaak op een verant woorde manier uit te oefenenjk zal het voorstel van D'66 dan ook on dersteunen. De heer ROOZEBOOMs Om eens een ander geluid te laten horen wil ik hier zeggen dat de tijd mijns inziens wél voldoende was. Als wij vanavond goed doorwerken kunnen wij één van de Bredase maag zweren oplossen. De heer FROGER; Een maagzweer is een langdurige zaak*. Mevrouw VAN NES -BRANDSIk meen dat ik even mag reageren op hetgeen de heer Broeders in eerste instantie gezegd 'heeft. Er was naar zijn zeggen een aantal onderwerpen in bespreking. Ik neem aan dat het college destijds -- waarschijnlijk in januari -- zelf naar alter natieve mogelijkheden heeft gezocht. De heer Broeders heeft helaas niet weergegeven wat het resultaat van dat overleg geweest is. Op 26 januari begint men met het waterschap over Bouvigne te spreken. Ik meen dat men vanaf dat moment de raad, althans de af delingen die erbij betrokken waren, in de gelegenheid had moeten stellen over deze zaak mee te denken. Als men het goed nagaat zijn de besprekingen met het water schap in een korte spanne tijds tien dagen - gevoerd. Het college was in tijdnood. Ik meen dat men zich niet. door de tijd mag laten dwingen als het gaat om dermate belangrijke beslissingen bij een zo belangrijke trans actie. Ik wil er ie dit verband op wijzen dat Bouvigne niet zomaar een eigendom van de gemeente is, maar een stuk van de Bredase historie. Daarmee kan men niet in een zo korte tijd op deze wijze omspringen. Ik moet concluderen dat de onderhandelingen onder een te grote druk en in een te korte tijd gevoerd zijn. Het is moeilijk te overzien of alle aspecten genoeg zijn gewogen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 578