589 29 MEI 1972 in handen zijn van het waterschap van Bouvigne, de werkgelegenheid en de. centrumfunktie van Breda, Ook wij hebben vanzelfsprekend zorg voor de werkgelegenheid en hebben daarvan o„ a. tijdens de debatten over de D, S,C, W, -kwestie duidelijk blijk gegeven. Toch is het natuur lijk een zaak die niet alleen Breda betreft, maar de gehele regio. Ik geloof dat wij toch te weinig informatie hebben om nu te kunnen beoordelen welke invloed de overdracht van Bouvigne aan het water schap zal hebben op het gebied van de werkgelegenheid. Mevrouw Stockmann stelt nogal definitief dat de werkgelegenheid door de over dracht gunstig beïnvloed zal worden. Wij hebben hierover nog onze twijfels; het is best mogelijk dat dit anders zal uitpakken. Wat het gebruik van Bouvigne betreft kunnen wij moeilijk een oordeel vellen als wij niet weten of er andere candidaat-kopers zijn, die wellicht nog een beter gebruik van het complex zouden kunnen maken dan het waterschap. Een bedrag van 300, 000, - beneden de taxatiewaarde is een aanzienlijk bedrag. Daarbij komt nog dat het gebouw van de gezinszorgschool getaxeerd is in verhuurde staat, ter wijl het nu vrij wordt opgeleverd. Het is bekend dat een vrije ople vering een belangrijk verschil in taxatie kan betekenen. Ik zou gaar ne vernemen of dit punt alsnog een rol kan spelen, In een nota van het waterschap wordt vermeld dat de waarde van het Bouvigne-complex geschat wordt op 1, 550, 000, Het verschil tussen de taxaties van onze taxateur en die van het waterschap is voor namelijk te vinden in de grondprijs, die door de taxateur van het wa terschap f 200, 000, - lager wordt geschat. Het waterschap komt daar entegen voor de gebouwen op een iets hoger bedrag uit. Ik stel mij voor dat op z'n minst enkele leden van het college van deze schatting op de hoogte waren en het is met het oog op onze verdere discussie misschien toch wel belangrijk te vernemen of deze wetenschap in de verdere onderhandelingen heeft meegespeeld. Wat de taxatie betreft heb ik nog een laatste opmerking. In "Öelaat" van deze maand is een artikel opgenomen over de nieuwe weg Breda - Baarle-Nassau. Volgens deze publikatie Is deze weg in de tekeningen van de dienst voor open bare werken reeds aangegeven. Een gedeelte van de grachten van Bouvigne zou ten behoeve van de aanleg van deze nieuwe weg moeten worden gedempt. Kan het college hierover mededelingen doen? Is dit waar en heeft dit bij de onderhandelingen meegespeeld? Een volgend punt is het minnelijk overleg. Bij het vaststellen van de "afkoopsom" hebben volgens de stukken de volgende factoren een rol gespeeld. Over de opstallen die van vóór 1937 dateren bestond eigenlijk geen verschil vari mening; de waarde van die gebouwen moe ten wij normaal volgens de regels vergoeden. De betaling voor de ge bouwen die na 1937 gebouwd zijn is afhankelijk van de bepaling in het Burgerlijk Wetboek en mijns inziens stelt de stadsadvocaat nadruk kelijk dat wij de huur kunnen opzeggen en dat wij in feite voor die gebouwen niets behoeven te betalen, Uit de stukken maak ik tenmin ste op dat die mogelijkheid er volgens hem dik in zit. Bij het bepalen van de afkoopsom moet ons inziens verder het aflossen van de kleine crediteuren een rol hebben gespeeld en hoewel de V. V. D. -fractie als gematigde kapitalisten aan de kleine crediteuren denken,verschillen wij ten aanzien van dit punt blijkbaar van mening met de V. V. D. De wethouder van financiën heeft in de afdeling gezegd dat het af lossen van de kleine credieuren op verzoek van de raad plaatsvindt. Nu beslaan de verslagen van de Bouvigne-zaak heel wat bladzijden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 589