591
29 MEI 1972
De heer VAN OVERVELDT: Ik heb toch ook nogal wat moeite
met dit voorstel. Ik wil hierbij vooropstellen dat de Bouvigne-affaire
tot een oplossing moet worden gebracht. Het is voor mij echter moei
lijk om in deze zaak tot een verantwoorde beslissing te komen. Dit
houdt in de eerste, plaats velband met de uitermate korte voorberei
dingstijd die ons ter beschikking stond. De mogelijkheid ontbrak mij
althans de zaak eens rustig te laten bezinken en te overdenken. In de
tweede plaats ontbreken de alternatieve mogelijkheden, zoals van
avond al meerdere malen is gesteld. Ik zou het betreuren indien het'
kasteel Bouvigne met de prachtige tuin voor de Bredase burgerij ver
loren zou gaan. Ik ben van mening dat het kasteel een zeer nuttige
funktie zou kunnen vervullen in de recreatieve en culturele sector en
ik voel er dan ook alles voor dat het kasteel in het bezit van de gemeen
te Breda blijft.
Voorts vraag ik mij af of met dit voorstel de belangen van Breda
wel voldoende gewaarborgd zijn. Ik wil u een klein, maar toch wel
belangrijk voorbeeld geven. In het concept-verkoopbesluit wordt on
der c vermeld dat het. waterschap het gekóchte niet binnen een ter
mijn van tien jaar mag vervreemden, tenzij met toestemming van
de raad van de gemeente. Breda. Ik vraag mij af wat de. zin van deze
bepaling is. Uit de krant is mij gebleken dat het waterschap, indien
de verkoop doorgaat, een bedrag van f 4\ miljoen voor verbouwingen
zal moeten investeren. Ik kan mij niet voorstellen dat het waterschap
dan binnen 10 jaar tot; vervreemding van het complex zou besluiten,
hoewel die mogelijkheid natuurlijk altijd bestaat. Ik zou de voorkeur
hebben gegeven aan de bepaling dat de gemeente Breda een voorkeurs
recht van koop zou hebben, indien het waterschap het gehele complex
of een gedeelte daarvan, op welk tijdstip dan ook, dus ook na tien
jaar, zou willen vervreemden.
De heer VAN OS: Ik meen dat zojuist uitvoerig gememoreerd is
dat de onderhandelingen, min of' meer noodgedwongen, nogal haastig
verlopen zijn. De wethouder heeft dat eveneens duidelijk naar voren
gebracht, De consequenties van aanvaarding van de gekoppelde voor
stellen zijn verstrekkend en onherroepelijk. Het gaat mij als geboren
Bredanaar en nu als Bredaas raadslid bijzonder aan het hart dat Breda
op dit moment de banden met Bouvigne verbreekt, Breda heeft nu de
kans om dit unieke complex in eigen handen te krijgen en van dit
complex een goed gebruik te maken. Ik bedoel dan het complex bin
nen de grachten: het kasteel, het poortgebouw, de kapel en het va
kantiehuis. Die gebouwen heeft het waterschap naar mijn mening
niet nodig; ik geloof zelfs dat ze niet eens van nut zijn voor het wa
terschap. Mogelijk heeft het waterschap belang bij het kasteeel op
grond van een statu-zoekerij. Ik geloof dat het waterschap voor het
verrichten van zijn werkzaamheden geen enkele behoefte heeft aan
het kasteel. De resterende gebouwen bieden voldoende ruimte, In de
nota van het waterschap wordt het vereiste aantal m2 vloeroppervlak
te genoemd. Dit aantal is nu reeds voorhanden. Bovendien is er nog
voldoende grond beschikbaar om te bouwe n. Wij zijn bereid hieraan
onze medewerking te verlenen. Dat levert ook geen enkel probleem
op. Er kan nog heel wat bijgebouwd worden; zolang men niet te hoog
bouwt en achter de bomen blijft heeft daarvan niemand last. Het wa
terschap heeft m. i. die gebouwen dus niet nodig. Waarom geven wij
ze dan nu weg? Je zou immers kunnen zeggen dat het waterschap ze
er gratis en voor niets bij krijgt. Bouvigne is het jachtslot van de