595 29 MEI 1972 dar het gebouw nog gemeubileerd zal moeten worden,, Het waterschap zal derhalve ettelijke miljoenen op tafel moeten leggen, hetgeen in de toekomst ook zijn weerslag zal hebben op de belastingplichtigen in Breda, Daarbij komt nog dat tot nu toe door rijk en gemeente gel den werden gevoteerd voor het onderhoud van het kasteel; bij verkoop zal het waterschap voor een gedeelte - zij het dan een klein gedeelte - aan onderhoudskosten moeten bijdragen. Ik geloof dat het waterschap zich wel degelijk zal moeten bezinnen op de vraag of een vestiging elders misschien te prefereren is. Ik ben geen architect, maar ik ben ervan overtuigd dat 'een goedkopere en meer efficiënte vestiging denk baar is dan in los van elkaar staande gebouwen, waarbij men van het ene naar het andere gebouw moet lopen. Ik geloof dat er heel goed elders m Breda, misschien wel in de Haagsche Beemden, een goed en doelmatig gebouw voor het waterschap kan worden neergezet. Ik. wil bepaald niet het; belang van een vestiging van het. waterschap in Breda ontkennen, mkar als wij ervan uitgaan dat er een bedrag van l| miljoen zonder meer naar de. Plus X-stichting gaat dan betekent dat in feite, rekening houdend met een bezetting van het waterschap van 200 man, dat wij een premie van 6, 000, - geven voor iedere werk nemer die straks bij het waterschap te Breda tewerk gesteld zal worden en zoiets is nog nooit vertoond. Dat hebben wij nog nooit voor welk bedrijf of stichting dan ook gedaan. Verder ben ik het met andere sprekers eens dat niet alle alter natieven goed zijn onderzocht; zij zijn althans door het college niet gepresenteerd. De heer Van Os heeft ee,n gedeelteli jke oplossing naar voren gebracht. Ik vraag mij af of de diverse gebouwen, inderdaad door serieuze gegadigden misschien beter benut kunnen worden en beter aan hun bestemmingen zullen kunnen voldoen. Bij verkoop aan het water schap zullen zeker allerlei voorzieningen met benut kunnen worden; zij zullen moeten worden afgebroken en door andere voorzieningen worden vervangen. Er is gesproken over het onderhoud van het landgoed. De heer Van Merkom heeft verklaard verheugd te zijn dat het kasteel blijft staan. Ik. moet eerlijk zeggen dat ik dat in een zo belangrijke zaak als deze toch wel een weinig serieuze opmerking vind. De heer Van Merkom doet het voorkomen alsof het kasteel aan het wandelen zou kunnen gaan en alsof wij het kasteel aan Amerikanen zouden kunnen gaan verkopen. Ik vind dat toch wel een absurde zaak. De heer FROGER; Dan zou het nog wat opbrengen.' De heer VAN BANNING; Het bestemmingsplan is eveneens ter sprake gekomen. Dat bestemmingsplan geeft aan dat het een beperkt doel heeft. Dat is inderdaad waar en juist omdat het een beperkt doel heeft zou de Pius X-stichting, indien zij niet bereid zou zijn tot onder handelen, rustig op dat contract kunnen blijven zitten. Zij zal dan ech ter wel de voorwaarden van dat contract moeten naleven, nl. het on derhoud van de haar ter beschikking gestelde gebouwen en het tijdig betalen van de huur. Verder zal zij ervoor moeten zorgen, dat aan het doel beantwoord wordt, In de mei-vergadering van 1971 is meen ik al eerder gezegd dar. indien aan deze' voorwaarden niet wordt voldaan er volgens de stadsadvocaat wel degelijk gronden aanwezig zijn om eens met de Pius X-stichting te gaan onderhandelen. Het doel waarvoor de Pius X-stichting de gebouwen mag gebruiken is duidelijk gestipu leerd; zij mag ze uitsluitend voor dat doel gebruiken en voor niets anders.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 595