596 29 MEI 1972 Ik begrijp helemaal niet waarom wij nu miljoen aan de pius X- stichting moeten geven. Indertijd is de Pius X-stichting zelf niet be reid geweest zoveel zorg te besteden aan de Bouvigrie-stichting en mijns inziens terecht, maar dan begrijp ik niet dat de Pius X-stichting nu bereid is via de genoemde stichting de crediteuren te voldoen. Dat had dan indertijd moeten gebeuren, maar niet nu op kosten van de Bredase gemeenschap. Het college spreekt over een minnelijke oplossing. Ik heb de argumenten gelezen, die de heer Jacobs heeft aangevoerd. Ik moet eerlijk zeggen dat ik zijn argumenten met begrijp; ik meen dat een ander raadslid dit ook al gezc gd heeft:. Ik neem aan dat het niet zijn persoonlijke argumenten zi)n, maar in ieder geval zijn ze door hem gepresenteerd. De heer Jacobs stelt dat een motief voor huur beëindi ging niet aanwezig is. Ik vind dat hiervoor alleszins een motief aan wezig is. Men heeft in geen enkel opzicht voldaan aan de gestelde voorwaarden. Uit de stukken die ik hier bij mij heb blijkt dat de ge meente in het verleden bij herhaling gepoogd heeft tot een regeling te komen; men heeft hierop niet eens geantwoord. Hoe kan dan nu het argument aangevoerd worden dat er al zo verschrikkelijk lang over legd wordt? Ja, men is sinds de déconfiture in overleg om uit deze problematiek te komen. Ik had ook niet anders verwacht en ik vind dat een goede zaak, mits dat niet ten koste van de Bredase gemeen schap gaat. Men stelt dat op 11 oktober 1971 de vertegenwoordiger van de Pius X-stichting er- de Bouvigne-stichting, ter oplossing van de totale problematiek, een daartoe strekkende "proeve" bij de ge meente heeft ingediend. Een beëindiging van de huurovereenkomst zou, gelet op de onderhandelingen en besprekingen, als onredelijk moeten worden gekwalificeerd. Mijnheer de voorzitter, juist het be staan van die niet door de gemeente. Breda veroorzaakte problematiek is reden tot huur beëindiging. Vervolgens is gesproken over onderverhuur. Ik begrijp dat niet; er is een contract en men heeft zich aan dat contract te houden. Waarom zou de gemeente, onderverhuur gaan bevorderen? Laat men zich aan dat contract houden en indien dat met mogelijk is dan kan men het bestuur van Breda verzoeken het huurcontract te beëindigen. Juridisch gezien is de. gemeente Breda eigenaresse van de door de Bouvigne-stichting opgerichte gebouwen en zou daarom misschien in een minnelijke schikking iets kunnen doen. Wij zouden dan wel moe ten verdisconteren dat er tot 1995 een huurster is. Wij zouden deze huurster inderdaad tot 1995 in het gebouw kunnen laten zitten; wij zouden dan al ruimschoots de prijs voor het gebouw betaald hebben. Wij zouden ook kunnen proberen om met de huurster tot een overeen komst te komen, want het is natuurlijk geen ideale toestand als er een huurster zit dxe zich in haar ontwikkeling geremd ziet omdat een andere instelling zich daar vestigt. De huurster zit dan misschien niet meer op een geëigende plaats en eer. overeenkomst is dan misschien toch wel mogelijk. Wij zouden dat gebouw dan rustig kunnen overne men zonder er ook maar één cent voor behoeven te betalen, want ik geloof dat wij nog altijd een dikke vordering hebben in verband met de bijzonder kwalijke. Wplfslaarverhuur - affaire j de gemeente is als ik mij goed herinner nog eiseres van enkele tonnen. Het college van burgemeester en wethouders heeft kennis geno men van het oordeel van de stadsadvocaat en van de vertegenwoordi ger van de stichtingen. Alles naast elkaar leggend geloof ik dat wij ons niet moeten laten dwingen door het waterschap dat verklaart heel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 596