597
29 MEI 1972
snel tot een beslissing te moeten komen. Deze verklaring heeft er in
middels al toe geleid dat de gemeenteraad van Breda ijlings voor deze
vergadering bijeengeroepen is en dar de raadsleden geen tijd hebben
gehad om deze zaak tot op de grond toe te bestuderen. Ik geloof dat
wij hiermede op een kwalijke weg zijn en dat een dergeli jke gang van
zaken niet verantwoord is. Ik wil verder nogmaals stellen dat mijns
inziens het waterschap toch eens bij zichzelf te rade moet gaan en
zich moet afvragen of zijn handelwijze wel alleszins te rechtvaardigen
is.
Ik vind het een absurde zaak dat niet is komen vast te staan op
welk bedrag het achterstallig onderhoud gesteld zou moeten worden.
Ik. geloof dat wij over een goed-geoutilieerde dienst beschikken, die
dat toch moet kunnen berekenen. Men kan ook het bedrag vaststellen
dat besteed zal moeten worden aan het opknappen van de gebouwen.
Kortom, mijnheer de. voorzitter, u zult wel hebben bemerkt dat
ik bijzonder veel bezwaren tegen het voorstel van het college heb. Ik
wil zelfs zover gaan om te zeggen dat wij naar mijn mening bij aan
vaarding van het voorstel de Bredase gemeenschap een bijzonder slech
te dienst bewijzen. Wij zijn tegenover de. Bredase, gemeenschap niet
verantwoord als wij het voorstel zouden aannemen. Ik ben nl. van
mening dat wij ons dan op hetzelfde pad zouden gaan begeven als ten
aanzien van de gewraakte beleidswijze bij de vroegere stichting
Bouvigne het geval was.
De heer AMERICA: Vanavond is al diverse, malen gezegd dat de
raad het hoogste bestuurscollege van een stad is. Ik onderschrijf dat,
maar ik vraag mij dan af hoe. het mogelijk is dat ik hier gedwongen
word tot een zogenaamde democratische, besluitvorming. In feite wordt
het mij nl. onmogelijk gemaakt een besluit te nemen, omdat ik de
informatie die ik daarvoor nodig heb met kan krijgen. Er wordt mij
niet voldoende tijd gegeven om de complexe problematiek te bestuderen.
De gemeenteraad is het hoogste bestuursorgaan van een stad, maar ik
moet constateren dat dit in Breda op dit moment zeker niet het geval
is; in Breda ligt duidelijk het accent bij het college van burgemeester
en wethouders. Ik ervaar dat met mij en mijns inziens ook met anderen
wordt gespeeld en wij laten dat kennelijk nog toe ook. Alle stappen op
het pad van de beleidsvoorbereiding moeten mijns inziens openbaar zijn
en ten aanzien van dit voorstel is hiervan geen sprake. Geheimhouding
betekent een ongerechtvaardigd privilege voor de ingewijden, in dit
geval voor het college; dat heeft niets te maken met werkelijke demo
cratie. Daar waar ons democratisch handelen op zo'n botte wijze on
mogelijk wordt gemaakt blijft nog maar één weg open: de weg van fel
verzet en protest. Het vormingswerk voor de regio is reeds komen te
vervallen en vanavond moeten wij het besluit nemen ook het Bouvigne-
complex af te stoten. Ik kan dat alleen maar zien als een dempen van
de put, opdat er in de toekomst niemand meer in kan roeren.
Ik vraag mij af hoe het bedrag van f 1 miljoen samengesteld is.
Hierover leven in de raad allerlei Ideeën en theorieën, maar ik zou
graag van het college horen hoe het dat bedrag concreet motiveert.
Verder ben ik geïnteresseerd in de inventaris, die op ruim 400. 000, -
begroot werd. Inmiddels is op deze. inventaris afgeschreven, maar men
schatte de waarde toch altijd nog op meer dan 100. 000,
In het stuk van de heer Jacobs lees ik dat hij in October 1971 de sug
gestie. heeft gedaan dat de gemeente de inventaris neemt» Ik hoor en
zie hiervan nu niets meer. Indertijd heeft de belastingdienst beslag