29 MEI 1972
600
PAUZE.
De heer BROEDERS: Ik geloof dat het onmogelijk is om uit
gebreid op alle op- en aanmerkingen in te gaan. Ik stel mij voor
diegenen die aan het debat deelgenomen hebben gewoon maar op
de voet te volgen.
Mevrouw Stockmann heeft gezegd dat de combinatie van de
vrijmaking van het Bouvigne-complex en de definitieve huisves
ting van net waterschap West-Brabant op Bouvigne haar instem
ming heeft. Zij heeft verder de vraag gesteld of afdoende ge
waarborgd is dat wij gevrijwaard zijn tegen eventuele aanspraken
van de thans op Bouvigne werkzame stichtingen. Ik kan u zeg
gen dat deze kwestie dooi onze jurist en de stadsadvocaat uit
voerig behandeld is en dat wij dit punt bij de verdere uitwerking
van de overeenkomst ongetwijfeld mee zullen laten spelen. Wat
de school voor gezinszorg betreft kan ik u mededelen dat er een aan
bod ligt voor een tijdelijke huisvesting van deze school. Onzerzijds
zijn wij bereid de school voor gezinszorg ten aanzien van de huis
vesting op alle mogelijke wijzen tegemoet te komen, mits de rede
lijkheid niet uit het oog verloren wordt. Hierbij speelt nog mee
dat men ons verzekerd heeft dat er in verband met veranderingen
in het gehele opleidingspatroon zelfs nog sprake zou kunnen zijn
van een verbetering van huisvesting, indien wij elders in Breda
voor geschikte ruimte zouden kunnen zorgdragen.
De heer AMERICA- Voorzitter, mag ik vragen of de wethouder
iets concreter kan zijn?
De heer BROEDERS: Het lijkt ons dat wij voor de eerstkomende
periode een oplossing hebben. In deze periode zullen wij met de
desbetreffende gemeentelijke diensten en met het bestuui en di
rectie van de gezinszorgschool nagaan op welke manier de huis
vesting elders in Breda het best kan worden gerealiseerd.
De heer AMERICA: Is die directie nu al daarbij betrokken?
De heer BROEDERS: De directie is niet rechtstreeks door ons
benaderd, maar naar men ons verzekerd heeft is de directie toen
de onderhandelingen een concrete vorm aannamen bij het over
leg betrokken.
De indeling van de crediteuren in groepen is niet door ons
gemaakt en wij hebben dus geen invloed gehad op de plaatsing
van een crediteur in een bepaalde groep. Wij hebben wel de afspraak
gemaakt dat aan groep 1 uitbetaling plaatsvindt en dat groep 2 of
wel betaald wordt ofwel dat hiervoor een regeling getroffen wordt.
Ik geloof dat dat laatste ook wel voor de hand ligt. In de tweede
groep is nl. o. a. de Pius X-stichting opgenomen en een regeling
is dan zeker mogelijk.
Mevrouw Stockmann en ook andere raadsleden hebben gevraagd
of de burgers van Breda toegang tot het park van Bouvigne kunnen
krijgen. Sommige sprekers hebben gevraagd of die toegang behouden
kan blijven en of het mogelijk is het kasteel en de kapel voor de
Bredase gemeenschap te benutten. Ik moet in verband hiermede
wel opmerken dat het gehele Bouvigne-complex al geruime tijd
niet toegankelijk is voor de Bredase burgers. Ik heb het idee dat