601
29 MEI 1972
het nooit vrij toegankelijk is geweest, maar ik durf dat niet met
zekerheid te zeggen. Het complex heeft altijd een beperkte toe
gankelijkheid gehad en kon ook steeds totaal worden afgesloten.
Het heeft nooit vrij kunnen funktioneren in de Bredase gemeenschap.
Ik zeg u wel toe dat wij met het waterschap contact zullen opne
men om na te gaan of hiervoor misschien een mogelijkheid ge
schapen kan worden. Op dit moment is hierover echter nog niets
te zeggen.
Een volgend punt is de kwestie van het voorkeursrecht bij ver
koop van het gehele Bouvigne-complex door het waterschap. Er is
een bepaling opgenomen dat een dergelijke verkoop, die binnen tien
jaar plaatsvindt, de toestemming van de raad behoeft. De heer van
Overveldt heeft gevraagd wat de zin van deze bepaling is. Ik kan
u vertellen dat die bepaling opgenomen is nadat wij met de gecom
bineerde afdelingen vergaderd hebben. Bij die gelegenheid heeft met
name de heer van Caulil, die vanavond niet aanwezig kan zijn,
juist die bepaling genoemd, omdat hiermede zou worden bereikt
dat in ietfer geval gedurende een bepaalde periode de gemeente
Breda bij een eventuele verkoop van het complex door het water
schap zou worden ingeschakeld.
De heer CRUL: Mijnheer de voorzitter, zou ik aan de heer
Broeders mogen vragen of die opmerking van de heer van Caulil
inderdaad in het verslag opgenomen is. Er is daarover al enig mis
verstand ontstaan. De opmerking is uitdrukkelijk niet in het ver
slag opgenomen en ik geloof dat zij ook niet geplaatst is. Ik vind
het dan ook onjuist dat deze opmerking hier gehanteerd wordt.
De heer BROEDERS: Dan trek ik een en ander hierbij in. Er
waren overigens wel andere personen aanwezig, die net als ik die
zelfde overtuiging hebben. Er is trouwens al contact met het water
schap opgenomen voordat wij het verslag van de desbetreffende ver
gadering in ons bezit hadden. Er is ook geen enkel bezwaar tegen
om die bepaling te schrappen. Aanvankelijk was de bepaling niet
opgenomen. Op ons verzoek is dit later wel gebeurd. Misschien heb
ik het verkeerd, maar ik ben er met anderen van overtuigd dat de
heer van Caulil die opmerking in de gecombineerde vergadering
gemaakt heeft.
De heer CRUL: Mijnheer de voorzitter, andere leden van de af
deling kunnen onderschrijven dat door de heer van Caulil iets geheel
anders bedoeld is dan nu in de overeenkomst opgenomen is. De heer
van Caulil heeft bedoeld dat er een voorkeursrecht voor koop voor
de gemeente zou ontstaan; hij heeft daarover geen enkel misver
stand laten bestaan.
De heer BROEDERS: Mag ik dan zeggen dat die formulering ook
niet in de notulen opgenomen is? Wij zitten nu beiden te praten
over de intentie van ae heer van Caulil, die op dit moment niet
aanwezig is.
Mevrouw VAN NES-BRANDS: Ik moet heftig protesteren. In de
notulen staat vermeld dat de gemeente dan als eerste in de ge
legenheid gesteld moet worden om de grond terug te kopen en in
antwoord op een opmerking van de heer Franken zegt de heer van