607
29 MEI 1972
feit dat het huurcontract nret zou vervallen. Wij zouden dan echter
geen huur ontvangen» maar wel onderhoudsplrchtig zijn; zo ligt ju
ridisch de zaak. De vraag blijft dan over in hoeverre tegenvorde-
ringen op een en ander van rnvloed kunnen zrjn; die vorderingen
zouden nl. op de strchtrng Bouvigne gesteld moeten worden.
De heer CRUL: Ik geloof toch dat dat niets te maken heeft
met de taxatre ten behoeve van de verkoop aan het waterschap;
ik snap dat niet.
De heer BROEDERS: Ik geloof dat het wel met de vrijmaking
van het gebouw te maken heeft; met de verkoop aan het water
schap heeft het inderdaad niet te maken. Hel zou zeker mogelijk
zijn dat het in de taxatie tot uitdrukking komt indien een gebouw
bij vrije oplevering meer waarde zou hebben. Wij hebben over dit
punt nog even gesproken, maar dit heeft niet tot een nadere taxa
tie geleid. Zoals bekend, is in onderhandelingen met het waterschap
de uiteindelijke verkoopprijs tot stand gekomen. Er waren nl. ook
enige mensen die stelden dat verhuur tegen deze huur een nadeel
en een voordeel kan zijn. In dit geval was het duidelijk een nadeel
dat het gebouw veihuuid is. Ik kan dus niet antwoorden op de vraag
in hoeverre een en ander met betrekking tot de waarde een rol
speelt.
De heer AMERICA: Kan wethouder Broeders mij mededelen of
het bestuur van de school voor gezinszorg ingestemd heeft met de
ons door Mr. Jacobs voorgestelde regeling?
De heer BROEDERS: Ik kan daarop geen volledig antwoord ge
ven. Mij is medegedeeld dat de Stichting School tot Opleiding Ge
zinszorg op alle mogelijke wijzen medewerking zal verlenen. Van
avond zou nog vergaderd worden over de praktische uitvoering van
de zaken die daaibij aan de orde zouden komen; misschien is die
vergadering inmiddels wel al afgelopen. Ik kan dus niet vertellen
hoe het ei op dit moment precies voorstaat.
De heer AMERICA: Voorzitter, mag ik aan de heer Broeders
vragen of hij vóór de vergadering misschien een telefoontje van
Mr. Jacobs heeft gehad?
De heer BROEDERS: Neen'
De heer AMERICA: Mag ik dan mededelen dat het bestuur van
de Stichting School tot Opleiding Gezinszorg niet bereid is mee te
gaan met het voorstel dat Mr. Jacobs gedaan heeft? Men is niet
van plan het gebouw te verlaten en wil de huurovereenkomst na
komen. Ik geloof dat dit een bijzonder belangrijke informatie is,
die ik hier namens het bestuur van die stichting mag doorgeven.
De heer BROEDERS: Ik geloof dat die mededeling voor de be
sluitvorming niet zo belangrijk is. Met het bestuur van de stichting
moet nl. nog nagegaan worden hoe een en ander definitief gere
geld kan worden. De transactie gaat echter niet door als die regeling
niet tot stand komt en het gebouw niet vrijgemaakt kan worden.
Ik geloof dan ook dat de mededeling de besluitvorming als zodanig