661 22 JUNI 1972 De heer Sandberg vindt het voorstel inconsequent. Helemaal juist geredeneerd echter stelt het college aan de raad voor dit besluit te nemen. Het is dus aan de raad om uit te maken welk besliiit genomen moet worden. De heer Sandberg heeft dan ook van dit recht gebruikgemaakt door een amendement in te dienen dat een wijziging van artikel 3 inhoudt. Ik kom nog even ter beantwoording van de heer America terug op het punt van de presentiegelden, Zoals ik zojuist zei gaat het dus niet over presentiegelden, maar over vergoedingen. Ik moet toch wel zeggen dat het volgende heel duidelijk speelt. Het voorstel is in juli ingediend. Er is over deze kwestie al langer gepraat. Bepaalde leden van de raad hebben al langer op een rege ling aangedrongen. Bepaalde adviesraden hebben het college ver zocht om met een voorstel te komen. Wij zouden het voorstel kun nen terugnemen en de zaak opnieuw bestuderen. Dat laatste zal zon der meer gebeuren als de raad het voorstel niet aanneemt; ten aanzien van de vergoedingen wordt dan immers op dit moment geen regeling getroffen. Wij menen echter dat het op dit moment het meest juiste is als de raad het voorstel aanneemt. In de commissie van algemene zaken kan de zaak dan verder besproken worden. De heer Froger heeft nog op een zijns inziens betere methode gewezen, maar daarbij onmiddellijk aangetekend dat deze plaat selijk niet gerealiseerd zal kunnen worden. Ik meen dan ook dat ik hierop niet verder behoef in te gaan. De heer van Loon heeft response gemist. Ik kan hem die verder ook niet meer geven. Ik wil u nu voorstellen om hiermede de discussies te besluiten. Het voorstel kan nu in stemming worden gebracht; allereerst kan echter gestemd worden over het door de heer Sandberg mede na mens anderen ingediende amendement, tenzij de raad met al gemene stemmen het amendement wil overnemen. De heer JANSEN: Ik wil nog graag een stemverklaring afleggen. De VOORZITTER: Over het amendement? Neen, ik. vraag nu het oordeel van de raad over het amendement en niet over het voor stel. De heer GEENE: Ik heb behoefte aan stemming over het amen dement. Uitslag stemming amendement heer Sandberg (mede-ondertekend door mejutiroiïwPaulussen, mevrouw~WITIëms- van Doorn en de heer Crul): Tegen het amendement zijn 26 stemmen uitgebracht; vóór het amendement zijn 8 stemmen uitgebracht. Het amendement is der halve verworpen. TEGEN stemden de heren Mans, Goos, van Overveldt, Kroon, van Caulil, Froger, van Loon, Roozeboom, Koertshuis, Jansen, Kramer, Severens, Biemans, Geene, mevrouw Stockmann-van der Kallen, mevrouw van Rooij-v. d. Heuvel, de heren van Duijl, America, van Banning, Brooimans, van Dun, Broeders, de Raaff, Dees, Taks en van Os.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 661