663 22 JUNI 1972 De VOORZITTER: Ik moet het publiek nu toch verzoeken niet op deze. wijze te reageren; het zou anders gevolgen kunnen hebben. Het is gewoon een kwestie van ordelijk vergaderen en de mensen die beslissingen moeten nemen moeten dat ook voor eigen verant woordelijkheid en zelfstandig kunnen doen. De heer KROON: Ik heb er begrip voor, mijnheer de voorzitter, dat men op de publieke tribune zit te wachten op de behandeling van het voorstel inzake N. A. C. Ik geloof dan ook dat wij als raad zullen moeten trachten zo snel mogelijk hieraan toe te komen. Het punt dat nu aan de orde is roept normaal praktisch geen en kele opmerking op en passeert meestal als hamerstuk. Ik meen dat wij ons als raad moeten houden aan de voorgestelde volgorde. De VOORZITTER: Wie ondersteunt het voorstel van orde om nu punt 10 te behandelen? Ik stel vast dat de minderheid het voorstel steunt. Ik meen dat de meerderheid dan gevolgd moet worden en stel nu agendapunt 9 aan de orde. 9. Bijlage nr. 206 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT WIJZI GING VAN DE UITKERINGS- EN PENSIOEN VERORDENING WET HOUDERS 1971. De VOORZITTER: Ik teken bij dit punt aan dat artikel 1 onder a en artikel 1 onder b gelezen moet worden resp. als artikel 1 ondfer b en artikel 1 onder c. Mejuffrouw PAULUSSEN: Ik zal proberen het kort te maken. De heer FROGER: Dat mag nu wel Mejuffrouw PAULUSSEN: Ik wil enkele opmerkingen maken over de artikelen 53 en 54 van het voorstel: ingangsdatum van het pen sioen.. In de modelverordening van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten staat als tekst: "het eigen pensioen gaat in op de dag waarop het recht daarop ontstaat." Dat wordt toegelicht met de motivering dat belanghebbenden niet behoren te worden gestraft voor het niet tijdig aanvragen van pensioen. De administratie moet tijdig service bieden. Het college wijzigde dit artikel in die zin dat slechts pensioen wordt verleend vanaf een jaar vóór de datum van de aanvrage. Na overleg in de juridische afdeling is het arti kel uitgebreid met de zinsnede: "de raad kan voor bijzondere ge vallen van het bepaalde in de vorige volzin afwijken. Daarbij verwijst het college o. a. naar de tekst van de Algemene Ouder domswet. In artikel 13, 3e lid, van de A. O. W. staat inderdaad exact dezelfde bepaling. Wij hebben echter juist tegen dit artikel en derhalve ook tegen de tekst van de door het college voorge stelde bepaling bezwaren. Bij de uitvoeringsorganen van de A. O. W., A. W. W.Raden van Arbeid en de Sociale Verzekeringsbank is sinds de invoering van dit artikel een permanente stri jd gaande over de interpretatie van "een bijzonder geval". Honderden veigaderingen, beroepsuitspraken en massa's papieren zijn hiervan het resultaat. Men is over deze zaak nog steeds in overleg. Bij de uitvoeringsorganen neigen velen ertoe om de minister te vragen de A. O. W. op dit punt te wij-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 663