22 JUNI 1972 670 de lange voorbereiding van deze subsidie-aanvrage toch een positiever voorstel verwacht. Ik heb u gezegd dat de kwestie al heel lang slepende is. Reeds in 1966 werden wij naar ik meen voor de eerste keer met een subsidie-aanvrage van N. A. C. en een voorstel van het college gecon fronteerd. Ik geloof dat het de hoogste tijd is om nu in 1972 met ons allen te proberen deze zaak op een fatsoenlijke wijze op te lossen. Mijns inziens zijn er op dit moment duidelijk drie punten aan de orde: N. A.C. zit met financieringsmoeilijkheden, N. A. C. kampt met exploi tatietekorten en N, A. C. heeft haast, veel haast. Het is dus alleszins" de moeite waard om vanavond te trachten tot een oplossing te komen. Het voorstel ligt voor ons en aan dit voorstel zitten ook weer twee kan ten, zoals er bijna aan elk voorstel meer dan één kant zit. In de eerste plaats is er de kwestie die ook wel in de afdeling voor jeugd en sport behandeld zal zijn, nl. de belangrijkheid van het betaald voetbal voor Breda en de regio, het belang van sport in het algemeen en voetbal in het bijzonder met betrekking tot b, v. volksgezondheid en de grote be tekenis van voetbal voor de passieve recreatie. Ik heb het advies van de afdeling voor jeugd en sport niet gehoord, maar ik ben ervan over tuigd dat deze afdeling van mening is dat het betaald voetbal grote waarde heeft met het oog op de zojuist door mij genoemde facetten. Ook in de conclusie van het eindrapport van de commissie betaald voet bal wordt gesteld dat betaald voetbal betekenis heeft voor de passieve recreatie. Uitgaande van het gegeven dat hulp van overheidswege indien nodig - en ik meen dat deze in dit geval nodig is - zinvol en wenselijk is, geloof ik dat het goed is het verstrekken van subsidie, aan N. A. C. op al zijn merites te bekijken. Ik ben niet van plan om op alle details in te gaan; ik geloof dat dat onverstandig zou zijn. Ik vind het jammer dat in het verleden niet meer gelegenheden zijn- aangegrepen om meer inzicht te krijgen in en meer duidelijkheid te scheppen ten aanzien van datgene wat er nu precies aan de hand is. Ik geloof dat wij in het verleden zijn blijven steken in een onderling gekrakeel en dat in al die jaren geen duidelijk beeld en inzicht ver kregen is. De nood is hoog en ik meen dat directe hulp nodig is. Een beoordeling van de hulp die aan N. A.C. gegeven zou moeten worden is mijns inziens afhankelijk van de door mij genoemde drie facetten: de financieringsmoeilijkheden, de exploitatietekorten en de haast. Ik geloof dat het, teneinde N. A.C. direct uit de grootste finan cieringsmoeilijkheden te helpen, verstandig is om de garantie van 250. 000. -, zoals het college voorstelt, onmiddellijk te verlenen. Dac levert natuurlijk voordelen op, hoewel die misschien niet zo groot zijn. Ik kan mij voorstellen dat een gemeente-garantie tot gevolg heeft dat men tegen een lager rentepercentage geld kan lenen. Bovendien kan, zoals meen ik ook in het voorstel wordt genoemd, mogelijk enig finan cieel soelaas worden gevonden in het aanpassen van de aflossingen aan de afschrijvingstermijnen. Vervolgens komt het punt van de exploitatietekorten aan de orde. Ik heb reeds eerder gezegd dat wij duidelijk geen voldoende inzicht in de exploitatieresultaten hebben. Ik moet in dit verband opmerken dat exploitatieresultaten van afgelopen jaren niet alleen basis kunnen en mogen zijn voor een juiste beoordeling van de exploitatie. Ik meen dat wij ook rekening moeten houden met de ontwikkeling van het betaald voetbal zoals die nu gaande is en met een toekomstige ont wikkeling. Ik ben van mening dat een voordeel van 45. 000. -, dat N. A.C. volgens de becijfering van het college zou kunnen verkrijgen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 670