671
22 JUNI 1972
door de afschaffing van de vermakelijkheidsbelasting per 1 januari
1973, met het oog op de belangrijke tekorten die in het verleden zijn
ontstaan N„ A.C. toch te weinig soelaas biedt.
Verder moet ik zeggen dat de andere door het college aangevoerde
argumenten om N. A.C. niet voor subsidiëring in aanmerking te laten
komen toch minstens discutabel zijn. Ik geloof dat om tot een juiste
beoordeling te komen van de grootte van het subsidiebedrag, de wijze
waarop en de vorm waarin subsidie zal moeten worden verleend, toch
weer nader overleg nodig zal zijn. Ik kom op dit punt straks terug en
ik kom daarom op dit punt terug omdat ik wil overstappen naar het
derde aspect: de haast. Ik geloof dat het goed zou zijn als dat overleg
spoedig zou plaatsvinden. Allereerst moet er echter hulp geboden worden.
N. A.C. heeft die hulp nodig, nu meteen en direct.
Ik wil echter, alvorens tot een verdere bespreking van de exploi
tatie over te gaan, op het initiatief-voorstel van de V. V. D. ingaan.
Het initiatief dat de V. V» D. met betrekking tot dit voorstel genomen
heeft doet mij gewoon sympathiek aan. Ik ben het met de V. V. D. en
de heer Dees eens dat het veel te lang geduurd heeft voordat deze
zaak op een werkelijk adequate wijze werd aangepakt. Veel te veel
onnodige emoties zijn opgeroepen; ik geloof dat het verstandiger zou
zijn geweest als deze toch belangrijke kwestie in een wat zakelijker
sfeer aan de orde had kunnen worden gesteld. Het is mij bekend dat
het punt van subsidie aan N. A. C„ reeds lang op het verlanglijstje van
de V. V. D. voorkomt en het is dan ook niet te verwonderen dat de V. V. D.
daaraan vandaag in alle openheid uiting geeft.
Ik kan wel accoord gaan met een adequate, directe hulp, maar voors
hands kan ik toch niet met het voorstel van de V. V. D. instemmen.
Het voorstel van de V.V.D. gaat ervan uit dat aan N. A.C. een subsi
die zal moeten worden verstrekt ter grootte van 20van de bruto-
recette, met een maximum van 100. 000. -. In het rapport van de
commissie betaald voetbal wordt een en ander ook als het meest wen
selijke genoemd. In het voorstel van de V.V. D. wordt verder verklaard
dat Groningen en Utrecht hieraan gevolg gegeven hebben.
Ik moet de heer Dees erop wijzen dat alleen Utrecht hieraan gevolg
gegeven heeft.
De heer DEES: Voorzitter, bij interruptie: Groningen heeft het
principe van koppeling van de subsidie aan de recette, dus aan het
belang van de passieve recreatie, overgenomen. Men werkt alleen
met de netto-recette en men bouwt een minimum in, maar ik geloof
dat dat geen fundamenteel verschil is.
De heer VAN LOON: Ik geloof dat er wel een fundamenteel ver
schil is. De één gaat immers uit van een bruto-recette met een maxi
mum van 100. 000. -. Ik geloof dan ook dat de regeling in Groningen
voor de F. C. Groningen waarschijnlijk veel voordeliger is.
Ik moet opmerken dat er bij het betaald voetbal, waarbij ik mij tot
de eredivisie beperk, met betrekking tot de subsidiëring van een alge
mene toepassing geen sprake is. Daarbij komt nog dat in beide geval
len de vermakelijkheidsbelasting van 16,66% gewoon doorloopt.
Het staatje dat ik ontvangen heb tendeert althans in die richting.
Volgens mijn gegevens is het niet zo dat de vermakelijkheidsbelasting
in alle plaatsen in Nederland per 1 januari 1973 automatisch vervalt.
Ik meen hiermede duidelijk gemaakt te hebben dat er geen algemene
toepassing van de door de commissie voorgestelde subsidieregeling
plaatsvindt.