22 JUNI 1972 688 N. A.C. voor 1973, Dit, afgemeten tegen de moeilijke financiële si tuatie van de gemeente Breda - een realiteit - en er rekening mee houdend dat met het voorliggende voorstel de financieringsproblemen kunnen worden opgelost, heeft het college gebracht tot de uitspraak dat op dit moment subsidie niet urgent is. Wél - dat zijn wij ons zeer bewust - betekent het dat het N, A.C. -bestuur evenals de gemeente de touwtjes aan elkaar zal moeten knopen. N. A.C. zal, evenals de gemeen te Breda, alles te baat moeten nemen om rond te komen. Ik zal proberen een enkele vraag uit de raad te beantwoorden. Aller eerst wil ik mededelen dat ik erg veel waardering heb voor de wijze waarop de V. V.D. haar voorstel heeft gelanceerd. Het is gemakkelijk die waarde ring te doen blijken, want het voorstel van het college wordt door de V.V.D. ondersteund, doch deze fractie vraagt meer. Ik vind het voor het functioneren van de raad positief dat op deze wijze geprobeerd wordt gezamenlijk tot een oplossing te komen. De heer Dees was erg boos op mij vanwege het gebrek aan infor matie. Dat mag hij zijn. Vaak wordt in deze raad gesteld dat het col lege te weinig informatie geeft. Als de heer Dees dit van mening is zal ik niet trachten dat te ontkennen. Mijns inziens is de informatie voldoende om tot een besluit te komen. Volgens de heer Dees was dat niet het ge val, hij is dientengevolge zelf op pad gegaan en ik bied hem mijn ex cuses aan voor de beperktheid van onze informatie. Ik had hem graag wat meer gegeven om het hem gemakkelijker te maken. Hij heeft gewezen op het advies van de sportstichting. Daarover heerst nogal wat verwarring. Het betreffende advies heb ik hier. Mij is gebleken dat het advies van de sportstichting niet, althans zeker tot maandagavond niet, bij de stukken heeft gelegen, hetgeen toe te schrij ven is aan een abuis onzerzijds. De afdeling en mijn eigen tractie we zen mij erop dat het advies niet bij de stukken lag. Het was niet de bedoeling het achter te houden, er is slechts sprake van een abuis. Als ik het mij goed herinner heb ik het advies van de sportstichting in de raadsafdeling voor jeugd en sport zelfs voorgelezen. Om hierover geen misverstand te laten bestaan zal ik dat ook hier doen. Het advies luidt als volgt: "Het bestuur van de gemeentelijke sportstichting heeft zich uit voerig bezig gehouden met de vraag of het betaald voetbal in Breda al dan niet voor gemeentelijke subsidiëring in aanmerking dient te komen. De meerderheid van ons bestuur is van mening dat het voortbestaan van de v.v. N. A.C.zijnde de enige betaalde-voetbalorganisatie in de regio en heel Zuidwest Nederland, van groot belang is voor de passieve recreatie en een stimulans is voor het actief beoefenen van de voetbal sport. Voorts acht het bestuur het voortbestaan van de v.v. N. A.C, ook nationaal van belang, gezien de noodzaak van voldoende clubs voor het opzetten van een nationale competitie. Op grond van het vorenstaande is het merendeel van ons bestuur van mening dat de subsidiëring van de v.v. N. A.C. verantwoord moet worden geacht. In verband hiermede mogen wij bij uw college erop aandringen te willen bevorderen dat aan de v.v. N. A.C, adequate financiële hulp wordt verleend". De heer Dees heeft een aantal concrete vragen gesteld. Hij heeft gevraagd of de exploitatieresultaten al dan niet nadelig geweest zijn, of nieuwe investeringen onzes inziens nodig zijn en of de lasten van de lening al dan niet op de exploitatie zullen drukken. Ik heb een overzicht van de exploitatieresultaten. Daaruit blijkt dat er in het jaar 1964/1965 een voordelig saldo was van 1,600,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 688