67 20 JANUARI 1972 Wij kunnen dus eigenlijk stellen dat de sociografische dienst een on derzoek naar de resultaten van de koopavond zal instellen en dat de raad daarover volledig geïnformeerd zal worden. Uiteraard is het lo gisch dat indien én de Kamer van Koophandel én de gemeente Breda het nodig vinden om hun oordeel op een enquête te baseren men die enquête samen laat gaan. De sociografische dienst beschikt over de meeste deskundigen voor een dergelijk onderzoek en de Kamer van Koophandel zal zich dan ook in belangrijke mate aansluiten bij de wijze waarop de sociografische dienst deze enquête in elkaar steekt. De heer Van Os heeft ook nog de beperking van de koopavond tot een maandelijkse koopavond aan de orde gesteld. Het is inderdaad iets anders dan een wekelijkse koopavond, maar ik acht het geen alterna tief. Er is gevraagd om een wekelijkse koopavond. De heer Van Os heeft zelf gesteld dat een maandelijkse koopavond geen automatisme tot gevolg heeft en dat derhalve gemeten kan worden hoe de koopavond bij de consument aanslaat. Wij kunnen dat ook omdraaien: omdat er van automatisme geen sprake zal zijn is de kans erg groot dat de koop avond bij de consument niet zal aanslaan. Een maandelijkse koopavond zou mijns inziens een vertekend beeld opleveren. Afgezien daarvan is een enquête gebaseerd op een maandelijkse koopavond van nul en ge nerlei waarde, indien men wil streven naar een wekelijkse koopavond. Een systematisch onderzoek naar de resultaten van een maandelijkse koopavond kan nl. niet tot de juiste conclusies betreffende de resulta ten van een wekelijkse koopavond leiden. Die wekelijkse koopavond is gevraagd. Ik ben het er dus gewoon niet mee eens dat wij op basis van een maandelijkse koopavond een beter oordeel zouden kunnen krijgen over de wijze waarop de consument op een koopavond reageert. Mevrouw Stockmann heeft de koopavond op donderdag aan de orde ge steld. Een van de verenigingen, die door haar en twee andere raads vrouwen benaderd zijn, heeft zich hiervoor uitgesproken. Ook nu moet ik weer zeggen dat er een koopavond op vrijdag is aangevraagd. Op zichzelf is dat van belang, maar bovendien pleit tegen een koopavond op donderdag dat landelijk gezien ongeveer 80% van alle koopavonden op vrijdag plaatsvindt. Wij willen een koopavond instellen teneinde de consument tegemoet te komen en wij willen de consument tegemoet komen om hem in staat te stellen zijn vrije weekend door te brengen op de door hem gewenste wijze. Momenteel wordt de vrijdagavond kennelijk door de consument nog gebruikt voor het doen van inkopen. Pas als blijkt dat ook de vrijdagavond tot het recreatieve patroon gaat behoren, met name tot het vrije weekend, zal overwogen moeten wor den de donderdagavond tot koopavond te bestemmen. Waarschijnlijk zit die ontwikkeling er wel in, maar op dit moment is het landelijk gezien bepaald nog niet het geval. Bij mevrouw Stockmann heerst mijns inziens enige verwarring ten aanzien van de vertegenwoordiging van de commissie Middenstandsaangelegenheden bij de contactcommis sie M. G. B. De commissie Middenstandsaangelegenheden is een orgaan dat fungeert binnen de Kamer van Koophandel en dat middenstandsaan^ gelegenheden die bij de Kamer van Koophandel naar voren worden ge bracht, voor deze Kamer van Koophandel aankaart. Ik wil nog opmer ken dat deze commissie Middenstandsaangelegenheden ook het advies van de Kamer van Koophandel heeft voorbereid. Dat wil niet zeggen dat verder niemand bij de Kamer van Koophandel zich hiermede be moeid heeft. Het bestuur van de Kamer van Koophandel heeft zich ook nog over dit advies gebogen, maar daarnaast heeft de koopavond - ove rigens nadat het advies reeds was ingestuurd - nog deel uitgemaakt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 67