695
22 JUNI 1972
die subsidie over een periode van verschillende jaren te verlenen.
Wat betekent een ton in die gedachtengang? In de eerste plaats
houdt die in dat het exploitatietekort voor het komende seizoen gemi
nimaliseerd kan worden. In de tweede plaats kunnen de spelers, de
trainers en de terreinknechten uitbetaald worden en kan de normale
huishouding onderhouden worden. Er kan een bescheiden begin gemaakt
worden met een geprogrammeerde opleiding van jonge jeugdspelers. In
het verleden heeft N.A.C. altijd veel "eigen kweek" gehad die doordrong tot
in het eerste elftal. Door financiële redenen heeft men dat beleid niet meer
kunnen volgen en het is voor N.A.C. van groot belang dat daarmee weer
een begin kan worden gemaakt. Voorts zal het N. A. C. -bestuur op be
scheiden wijze een financieel beleid op middellange termijn - drie tot
vijf jaar - kunnen uitstippelen. Dit beleid zal niet meer dan marginaal
zijn, maar het biedt mogelijkheden. Zeer belangrijk zal het ook zijn
dat Breda ermee toont werkelijk iets over te hebben voor het handhaven
van het betaalde voetbal. Op die basis kunnen gesprekken in de regio
en met het bedrijfsleven meer kans op succes hebben.
Als wij die ton geven zijn er mijns inziens voldoende waarborgen
ingebouwd om eventueel een verspilling van gemeenschapsgelden te
voorkomen. De heer Van Loon stelde hier vragen over. N.A.C. zal
naar onze mening de financiële documenten aan de gemeente moeten
kunnen overleggen en de gemeente zal die moeten goedkeuren. De heer
Van Loon merkte, gezien het verleden, op dat hij dit niet ziet zitten.
Ik kan alleen maar constateren dat de heer Van Loon blijkbaar geen
vertrouwen heeft in dit college van burgemeester en wethouders. Als
in een raadsbesluit bepaalde voorwaarden worden opgenomen, o. a.
dat het college de resultatenrekening goed moet keuren, vertrouw ik
erop dat het college dat op de juiste methode zal doen. Ik begrijp de
bezwaren van de heer Van Loon niet.
Overigens bevestigen de accountantsrapporten wat de wethouder
en de heer Crul hebben opgemerkt, namelijk dat N.A.C. een financi-
eel-administratief verantwoord beleid heeft gevoerd.
De heer Van Loon merkte op dat het voorstel van het college
hem tegengevallen is; hij had een positiever voorstel van het college
verwacht. Ik zie echter niet in wat dat positievere voorstel dan had
moeten zijn. Bedoelt hij daarmee zijn of óns voorstel?
Hij noemde de factor "haast". Wij zijn het daarmee eens en wil
len er de nadruk op leggen. Wij zijn van mening dat er dermate lang
gewacht is en zoveel feitelijke informatie op tafel ligt dat er vanavond
beslist een besluit tot directe subsidiëring genomen kan worden.
Naar mijn mening heeft de heer Van Loon, het college, noch
welk raadslid dan ook fundamentele kritiek ingebracht tegen ons initia
tiefvoorstel. Ik betreur dit in sterke mate. Ik voel mij, zoals de heer
America eens zei, een stropop. Ik kan mij niet verdedigen omdat nie
mand mij aangevallen heeft. De heer Van Loon heeft gesproken over
de normering die wij aangelegd hebben bij ons initiatiefvoorstel. De
argumentatie daarvoor staat vermeld in het "rode boekje". Ik neem
minimaal aan dat hij dat heeft bestudeerd. Als Groningen het anders
doet door niet 20van de bruto-recette doch 20van de netto-recette
te subsidiëren en niet maximaal een ton doch minimaal een ton aan
te houden en de heer Van Loon het daarom niet met ons eens is, moet
hij een amendement indienen. Laat hij voorstellen minimaal een ton
in plaats van maximaal een ton te geven.' Die conclusie lijkt mij dui
delijk, Waarom zou hij anders bezwaren hebben tegen deze normering.
Uit een oogpunt van verantwoordelijkheidsgevoel voor de gemeen-