26 JUNI 1972
714
Jaren geleden is met de politie de afspraak gemaakt dat zij met de
normuitkering zou rondkomen. Meevallers zouden dan ten goede ko
men aan de politie en eventuele tegenvallers zou zij dan uit de aldus
opgebouwde reserve moeten bekostigen. Dat is de stand van zaken en als
zodanig heeft de politie voor de gemeente Breda geen budgettaire con
sequenties, Hiermee heb ik naar ik meen de vraag van de heer Crul
beantwoord of het ook anders kan.
Moeilijker is natuurlijk de vraag of het ook gewenst is het anders te
doen. Wij zijn van mening dat - maar daar kan de raad natuurlijk anders
over oordelen - het systeem tot nu toe goed heeft gewerkt en dat het ook
verdient te worden voortgezet. De eigen verantwoordelijkheid van de
politie komt daarbij het sterkst tot uitdrukking, ook in de financiële sec
tor.
De heer CRUL: De toezegging van de burgemeester is gedaan in
de vergadering van 26 november 1971. Zij staat op blz. 1542 van de
notulen.
De VOORZITTER: Wij zullen deze opmerking meenemen.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
13. bijlage nr, 209
MEDEDELING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HET
REKENINGRESULTAAT 1971.
14. bijlage nr, 210
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET AAN
GAAN VAN KASGELDLENINGEN MET EEN MAXIMUM-LOOPTIJD
VAN EEN JAAR IN HET 3E KWARTAAL 1972.
15. bijlage nr. 211
PREADVIES VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS OP VERZOEKEN
VAN SCHOOLBESTUREN OM MEDEWERKING OP GROND VAN HET
BEPAALDE IN ARTIKEL 50 DER KLEUTERONDERWIJSWET.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
achtereenvolgens overeenkomstig deze voorstellen van burgemeester
en wethouders besloten.
16. bijlage nr. 212
PREADVIES VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS OP DIVERSE
VERZOEKEN VAN SCHOOLBESTUREN OM MEDEWERKING OP
GROND VAN HET BEPAALDE IN ARTIKEL 72 DER LAGER-ONDER-
WUSWET 1920. (T.B.V. B. L. O.-SCHOLEN).
De heer KOERTSHUIS: Het is jammer dat de burgemeester vanavond
niet aanwezig is, in de vergadering van april heb ik namelijk een opmer
king gemaakt over het feit dat er de laatste tijd ontzaglijk veel in scho
len wordt ingebroken. Ik heb het college toen gevraagd wat er eventueel
zou kunnen worden gedaan om dergelijke inbraken te beperken. Tevens
heb ik verzocht een en ander spoedig te doen, in verband met de nade
ring van de grote vakantieperiode op de scholen. De burgemeester heeft
mij toen toegezegd een en ander op korte termijn te zullen doen onder-