721 26 JUNI 1972 tie is mij bekend dat de regels, ook met betrekking tot het bewaren van gegevens op magneetbanden, duidelijk vastliggen en dat daar ook strikt de hand aan wordt gehouden. Daarin staat duidelijk wat ter be schikking kan komen van de ambtenaren en op welke wijze. Deze zaak, die ongetwijfeld ook aan de orde zal komen in de werkgroep bevolkings administratie, waarin de burgemeester zitting heeft, zal bij de invoering van een geautomatiseerde bevolkingsadministratie in Breda beslist ook aan de orde moeten komen, ïn de overgangsfase, als ik het zo mag noemen, zullen wij vanzelfsprekend zodanige regels moeten opstellen dat de privacy zoveel mogelijk wordt veilig gesteld. Hetzelfde geldt op het ogenblik trouwens voor de traditionele bevolkingsboekhouding. De heer Van Duijl heeft gevraagd of de apparatuur van Tilburg en Breda op elkaar aansluit. Alvorens op deze vraag te antwoorden moet ik eerst nog even terugkomen op de opmerkingen van de heer Van Os, Hij heeft namelijk bij mij een beetje de indruk gewekt als zouden de mogelijkheden sterk vergroot worden, juist voor Breda, Ik stel er prijs op in deze raad te verklaren dat uit de besprekingen duidelijk is gebleken dat wij elkaar van dienst kunnen zijn, Breda heeft nogal wat programma's ontwikkeld en het beschikt over een groep personeel, Til burg heeft daarnaast een heel progressief programma ontwikkeld voor de bevolkingsadministratie en beschikt bovendien over een uitgebreider apparatuur, waarop ook werkzaamheden voor Breda en andere plaatsen kunnen worden uitgevoerd. Het is een gelukkige omstandigheid dat wij kunnen vast stellen dat wi] elkaar eigenlijk nodig hebben. Zowel Tilburg als Breda staan voor de vraag dat de automatisering bij de administratie van de overheid ongetwijfeld een grote rol gaat spelen en daarbij is het van groot belang dat wij e.en en ander zo efficiënt mogelijk in elkaar passen wat de kos ten betreft, Tilburg en Breda hebben elkaar daarvoor gewoon nodig en de apparatuur sluit ook bijzonder goed op elkaar aan. Wanneer wij zou den willen overgaan naar een geautomatiseerde bevolkingsadministratie, zullen wij daarvoor een grotere computer moeten aanschaffen en de sprong naar die grotere computer voor Breda en de overige gemeenten in West-Brabant is uit een oogpunt van kosten veel te groot. Daar komt bij dat men in Tilburg een computer zoals wij die bezitten node mist, omdat de grote computer daar moet worden vastgelegd voor werkzaamhe den die eenvoudig en goed door de kleine computer verrricht kunnen worden. Zij zijn daardoor ook goedkoper. De opzet sluit dus bijzonder goed op el kaar aan en daar kunnen wij alleen maar erg blij mee zijn. De kwestie van de kostenverhoging in verband met de afstand is niet aan de orde. Ook op dit moment hebben wij bij het computercentrum te maken met nogal wat transport. Niemand heeft daar misschien ooit op gelet, maar het is wel zo. Er wordt gewerkt voor Breda, Bergen op Zoom, Roosendaal en andere plaatsen, zodat er ook nu al sprake is van een aanmerkelijk transport. Dit is in de tariefstelling meegenomen en ik neem aan dat in de intergemeentelijke regeling Breda-Tilburg dezelfde politiek zal worden gevolgd en dat die kosters worden omge slagen, Wij zijn nu eenmaal nog niet zo ver dat wij allemaal met terminals kunnen werken, in welk systeem alle gegevens ogenblikke lijk beschikbaar zijn voor degene die ze nodig heeft. Ik geloof dat dat ook veel te duur zou zijn. De heer Cral heeft verschillende punten aangesneden. Hij heeft o, m, iets gezegd over het personeel, maar ik moet bekennen dat zijn vraag niet helemaal bij mij is overgekomen. Als het nodig is zal hij daar echter wel op terugkomen. Er zijn inderdaad consequenties voor het personeel van het computercentrum en bij volledige invoering van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 721