728
26 JUNI 1972
De heer VAN OS: Het is begrijpelijk dat alleen al de aankondiging
van deze verbreding van de Overakkerstraat enige, beroering heeft ge
wekt, omdat het gedeelte waar het hier om gaat een tamelijk rustiek
karakter heeft en men vreest dat dit karakter zal worden aangetast,
In gezelschap van de heer Gielen heb ik nogmaals een bezoek
gebracht aan het betreffende gedeelte van de Overakkerstraat en ik
geloof dat een simpel verbreden van de weg het karakter niet zozeer
zal aantasten. Wij hebben de maat opgenomen en het is ons gebleken
dat die 6 meter er royaal in zitten. De bomen kunnen daarbij duidelijk
worden gespaard. Wij zijn er tenminste van uit gegaan dat de bomen
op geen enkele wijze schade zullen lijden.
Wel wil ik aandacht vragen voor de overgang van de Overakker
straat in de Bavelselaan, Op dit moment is de uitrit daar namelijk van
gescheiden door een stuk trottoir en een deel dat is bestraat met kinder
hoofdjes, Ik kan mij voorstellen dat men het trottoir wil laten vervallen,
daar kan ik ook volledig mee instemmen, maar ik zou wel graag de
bestrating met kinderhoofdjes bij de uitrit van deze weg gehandhaafd
willen zien, omdat dit duidelijk zal meewerken aan een beveiliging van
het kruispunt. Wanneer men namelijk overgaat van een goed wegdek
naar een wegdek dat wat minder goed is, is iedereen attent op de geva
ren die het kruispunt kan inhouden.
Samenvattend zou ik er dus voor willen pleiten de bomen te spa
ren, wat mijns inziens heel goed mogelijk is, en in de tweede plaats
de uitrit van de Overakkerstraat op de Bavelselaan duidelijk aan te ge
ven door middel van een andere bestrating, die de aandacht heeft van
automobilist en wielrijder.
De heer QUADEKKER: In de afdeling voor verkeer en vervoer
is ook over deze bomen gesproken en wij hebben daar de verzekering
gekregen dat de bomen gespaard zullen worden bij de verbreding van
de Overakkerstraat,
De heer SEVERENS: Ik wil mij graag aansluiten bij de woorden
van de heer Van Os en daar vervolgens nog enkele vragen aan toevoe
gen, In de bijlage staat dat er al stappen zijn ondernomen door de ge
meente Nieuw-Ginneken, die de Roosbergse weg inmiddels heeft ver
breed tot 6 meter. Ik zou u willen vragen of over situatie uitvoerig
overleg is gepleegd.
Mijn tweede vraag is of de kritiek die de bewoners van de omge
ving op dit voorstel met betrekking tof de bewegwijzering om voortaan
gebruik te maken van de goede verbindingsweg Loevesteinstraat -Bavel,
in de beschouwingen is betrokken. Ziet het college dit als een goede
oplossing?
Acht het college het voorts niet juist dat belanghebbenden in een
vroegtijdig stadium op de hoogte worden gesteld van dergelijke wijzigin
gen in de woon- en leefomgeving?
Mevrouw J&GER-MIDDELBEEK: Wanneer ik de argumentatie van
het college stel tegenover die van de bewoners van de Overakkerstraat,
trekt die van de bewoners mij het meest aan. Wij moeten mijns inziens
eens ophouden met het treffen van allerlei maatregelen voor het verkeer
als die niet dringend noodzakelijk zijn. Dit voorstel heeft mij voorals
nog niet van deze noodzaak overtuigd. Ook ik wil vragen of de bomen
blijven bestaan. Daar staat namelijk niets over in het voorstel. Is het
inderdaad juist dat met enkele eenvoudige verkeersborden kan worden