26 JUNI 1972 730 gevraagd of er overleg is geweest tussen Nieuw-Ginneken en Breda. Voorzover mij bekend is er geen overleg geweest tussen de colleges. Mogelijk is er ambtelijk overleg geweest, maar daar kan ik niets over zeggen. Wat de informatie aan de burgerij betreft heeft de heer Seve- rens gelijk. Juist op het punt van openbare werken hebben wij daar steeds moeilijkheden mee. Ik meen dat in overleg met de pers en mis schien ook door het invoeren van een informatiebulletin, waaraan nog steeds behoefte blijkt te bestaan, dergelijke dingen duidelijk verbeterd zouden kunnen worden. Ik geef toe dat ook hier de informatie aan de burgerij eerder en beter had kunnen plaatsvinden. De heer VAN OS: Met de heer Severens betreur ik het dat er blijkbaar onvoldoende overleg is geweest met Nieuw Ginneken over deze zaak. De tijd lijkt mij er alleszins rijp voor dat over dergelijke gemeenschappelijke problemen tijdig overlég wordt gepleegd. Verder hoop ik dat mijn suggestie met betrekking tot de uitrit tot resultaat zal leiden, waarbij ik nog moet opmerken dat het kruispunt nu op geen en kele manier door verkeersborden is beveiligd. Het is geen voorrangs kruispunt of iets dergelijks; zo men wil kan men zonder meer vanaf dit weggetje de Bavelselaan oprijden, waarbij men gewoon voorrang heeft als men van rechts komt. Op de andere kruispunten van de Bavelselaan is dat niet het geval en ik kan mij dan ook voorstellen dat daardoor eni ge verwarring ontstaat die wellicht nare gevolgen kan hebben. Ook voor de beveiliging van het kruispunt in dat opzicht zou ik dan ook de grootst mogelijke aandacht willen vragen. Mevrouw JAGER-MIDDELBEEK: De wethouder heeft mij niet van de juistheid van zijn motieven kunnen overtuigen en ik zal dan ook tegen dit voorstel stemmen. De heer SEVERENS: De wethouder is begonnen met te zeggen dat het krediet beneden de 25. 000, -- blijft, zodat dit geen onoverkome lijk probleem vormt. Mi jns inziens is dit geen juist argument. De cen trale vraag hierbij is namelijk of er een tweede verbinding noodzakelijk is. De wethouder antwoordt daarop dat dit niet zozeer geldt voor de "buitenlui", want die vinden via de Loevesteinstraat de weg naar Bavel, maar voor "eigenheimers" ligt dit anders, want die kennen de kortste weg. Daardoor rijst bij mij toch de vraag of wij de weinige laantjes die wij nog hebben en die een toevluchtsoord zijn voor wandelaars - wij hebben vanavond al over verliefden en geliefden gesproken - en fietsers aan de gemakzucht van de Bredase automobilist moeten opofferen. Met betrekking tot het feit dat geen overleg heeft plaatsgevonden tussen Nieuw-Ginneken en Breda vraag ik mij toch af hoé lang wij, als de verhouding tussen buurgemeenten zoveel te wensen overlaat, moeten wachten op overleg in regionaal en gewestelijk verband. Ik hoop dat dit vlugger zal gaan en ik sluit mij dan ook graag aan bij de opmerking van de heer Van Os dat de dienst van publieke werken blijkbaar veel alerter is op dit punt. Wethouder VAN DUN: De heer Severens legt mij drie zinnen in de mond die ik met heb uitgesproken. In de eerste plaats stelt hij dat ik gezegd zou hebben dat ik het kapitaalskrediet dat hier verleend wordt geen onoverkomelijke zaak zou vinden. Ik heb echter alleen gezegd dat dit geen financieringsmoeilijkheden meebrengt, omdat het een kre diet is beneden de 25.000, --.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 730