735
26 JUNI 1972
41. bijlage nr. 238
VOORSTEL TOT ONGEGRONDVERKLARING VAN HET BEROEP
VAN J. A BEEKERS. EMERWEG 27, TEGEN WEIGERING VAN EEN
BOUWVERGUNNING
De heer GOOS-. Dit voorstel betreft het weigeren van een bouw
vergunning voor het plaatsen van een nieuwe Ras op het tuinders-
bedrijf van de heer J A Beekers Op blz. 2 van het voorstel lees ik,
dat de conclusie van het college is dat de afgifte van een bouw
vergunning dient te worden geweigerd Tot hiertoe kan ik wel met
het voorstel meegaan Het schept zeker problemen als wij hier toe
stemming geven om een kas te bouwen, die straks -- wie weet
wanneer -- misschien weer moet verdwijnen voor het verkeer.
Verder lees ik in het voorstel dat de heer Beekers opnieuw
een aanvrage voor een bouwvergunning heeft ingediend, om de be
staande kas naar twee kanten te kunnen uitbreiden Allicht, zou ik
zeggen, want het bedrijf is al jaren aan uitbreiding toe. Nu stelt
het college dat deze tweede aanvrage zou moeten worden ingewilligd,
tenzij enz Er worden dan verschillende uitwijkmogelijkheden ge
noemd, die naar mijn mening geen van allen verwezenlijkt kunnen
worden, ook niet de ruiltransactie waarvan bovenaan blz. 3 sprake
is. In het belang van de voortzetting van dit bedrijf zou ik het col
lege willen vragen de juiste weg te kiezen en deze tweede bouw-
aanvrage te honoreren
De heer VAN CAULIL: Wij hebben hierover gesproken in de af
deling voor openbare werken, waar wij hebben afgesproken dat ik
hier van de gelegenheid gebruik zou maken om nog eens duidelijk
te stellen dat wij al het mogelijke moeten doen om deze mensen
in staat te stellen hun bedrijf voort te zetten. De bestemmings
plannen komen zo vroegtijdig -- misschien wel eens zo tijdig dat
het eigenlijk te laat is maar met de uitvoering er van wordt
zo lang gewacht dat deze mensen in de loop der jaren bijzonder
gehandicapt zijn bij de uitoefening van hun bedrijf. Ik zou er dan
ook op willen aandringen dat de zaak vlot wordt afgewerkt en dat
deze mensen zoveel mogelijk medewerking wordt verleend om hun
bedrijf te kunnen voeren
Dit voorstel is echter iets totaal nieuws, want dat is in feite
in tweeën te splitsen Aan de ene kant weigeren wij de aanvrage
om een bouwvergunning op formele gronden, en terecht. Verderop
staat echter -- dan moeten wij de overgangsbepalingen in acht
nemen -- dat wij de aanvrage eigenlijk niet kunnen afwijzen, maar
dat wij daarmee moeten instemmen, tenzij op een andere manier
tot overeenstemming kan worden gekomen. Dat vind ik nu het
moeilijke van een voorstel als dit, namelijk dat het op twee ge
dachten hinkt Eerst staat er dat wij de vergunning weigeren en dan
-- maar dan moet men wel heel goed kunnen lezen -- dat wij
eigenlijk niet kunnen weigeren en dat wij daarom zullen proberen
tot overleg te komen Ik meen dat wij in ieder geval tot een
uitspraak zullen moeten komen, zoals ook de heer Goos al duide
lijk heeft gemaakt. Wanneer wij op formele gronden de aanvrage
moeten weigeren, maar die op een andere wijze toch kunnen hono
reren, moeten wij daar zo snel mogelijk aan voldoen, Ik acht het
namelijk niet juist en niet verantwoord iemand zo lang te verhin
deren zijn bedrijf uit te oefenen.