745 26 JUNI 1972 college is wel van mening dat de raad zijn recht en zijn macht verkeerd zou gebruiken als hij aan het eind van de rit zou beslui ten de garantie niet te verlenen. Het is op grond van deze toezeg gingen dat het college de raad toch wil voorstellen dit voorstel te aanvaarden. De heer CRUL: Mag ik u bij interruptie vragen wat u hebt bedoeld met dat renteverlies? De VOORZITTER: Naarmate de bouw wordt uitgesteld worden de kosten van het realiseren van het complex hoger. Daarbij rijst bovendien de vraag of de lening die nu aan de orde is op dat tijd stip onder dezelfde voorwaarden zal worden verleend, maar daar kan ik verder niets over zeggen. Ik heb enkele bedragen gehoord, maar daarmee wil ik de raad niet lastig vallen. Ik zou alleen nog willen zeggen dat door dit voorstel bijvoorbeeld twee maanden aan te houden het probleem niet kan worden opgelost, omdat de bestu dering daarvan, waarbij alle vragen op het gebied van methodes, inspraak, enz. aan de orde moeten komen, natuurlijk meer tijd vergt, zodat het voorstel voor een veel langere tijd zou moeten worden aangehouden. Het effect daarvan op de kosten zou wel eens zeer beduiaend kunnen zijn. De heer VAN OS: Ik meen dat u tenminste een punt over het hoofd hebt gezien, namelijk dat de voorzitter van de Plebaan van der Madestichting tevens directeur is van de gemeentelijke sociale dienst, hetgeen mij een dubbelfunctie lijkt die beslist niet toe te juichen is. Zoals ik in eerste instantie al heb gezegd ver heugt het mij dat gemeenteambtenaren een functie kunnen vervul len in het maatschappelijk leven. In het algemeen stel ik dat ook zeer op prijs, maar een koppeling van zaken als deze lijkt mij ongewenst. Ik zou de mening van het college daarover graag nog vernemen. Verder heb ik duidelijk uiteengezet dat wij in een soort dwangpositie zitten. Aan het adres van de heer Kroon zou ik nog willen opmerken dat ik onvrede heb met de hele gang van zaken. Tegen het bestemmingsplan kunnen wij geen bezwaar hebben, tegen de verkoop van de grond evenmin en tegen het verlenen van de bouwvergunning mogen wij geen bezwaar hebben, want dat is een bevoegdheid van het college. Het enige wat de raad dus overblijft is het goedkeuren van de garantieverlening. De hele ontwikkeling is opgebouwd uit een aantal stappen, waartegen wij iedere keer "ja" moeten zeggen of niets mee te maken hebben. De enige ma nier om onze onvrede met dit voorstel te betuigen is mijns inziens dan ook tegen dit voorstel te stemmen of ons van stemming te ont houden. Wat mij straks te doen staat zal ik nog nader overwegen. Dat is dus het probleem: wij worden gedwongen allerlei zaken goed te keuren, die leiden tot een bepaalde ontwikkeling waarmee ik het bepaald niet eens kan zijn. Mejuffrouw PAULUSSEN: Ik heb gevraagd welke de financiële consequenties zijn van een eventueel aanhouden van dit voorstel, maar het antwoord dat ik daarop heb gekregen vind ik wat dubieus en spreekt mij niet helemaal aan. Het zou namelijk ook kunnen zijn dat, als dit voorstel enkele maanden _jvordt aangehouden, zich

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 745