26 JUNI 1972 752 Het volgende is nu aan de hand, namelijk dat niet alle vragen die zijn gesteld op dit moment beantwoord kunnen woiden Het lijkt mij wat gevaarlijk om daar nu "uit het losse handje" informatie over te geven. Daardoor kunnen namelijK onduidelijkheden ont staan, waardoor misschien weer nieuwe vragen worden opgeroepen. Het college is bereid deze vragen op korte termijn schriftelijk te beantwoorden en dus niet te wachten tot de vergadering van augus tus met een mondeling antwoord, wat de vragenstellers misschien weer voor de moeilijkheid plaatst dat zij daarop willen reageren. Door deze schriftelijke beantwoording zou een inzicht verkregen kunnen worden in de vraag of, zoals mejuffrouw Paulussen zegt die deze kwestie vanuit dat oogpunt benadert, de raad heeft ge faald. Uiteraard kan er over dat antwoord op de vragen in de augustusvergadering nader worden gesproken, De heer GIELEN: Waarom moet ik dan zo lang wachten op het antwoord op mijn. vragen? Die had het college op 26 mei in handen! De heer VAN MERKOM: Ik wacht al drie maanden! Mejuffrouw PAULUSSEN: Ik verzoek u de vergadering een ogen blik te schorsen, opdat ik even overleg kan plegen met de mede ondertekenaars van de vragen. De VOORZITTER: Ik schors de vergadering, SCHORSING, De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering, Mejuffrouw PAULUSSEN: Mede namens de heren America, Gielen, Koertshuis en van Os kan ik u meedelen dat het voor ons onvoorstelbaar is dat over een zaak waarover zoveel te doen is ge weest niet eerder in het college is gesproken, zodat niet op korte termijn -- het was inderdaad maar eén dag -- op deze vragen ant woord kan worden gegeven. Wij gaan akkoord met uw voorstel dat voorafgaande aan de behandeling van de interpellatie in augustus op de kortst mogelijke termijn een schriftelijk antwoord zal worden gegeven op deze vra gen, Aan de hand van dat antwoord zullen wij bezien of de inter pellatie in de augustusvergadering doorgang moet vinden. Wethouder VAN DUN: Ik ga geen deel van de vragen beant woorden, maar de heer van Caulil stelt er prijs op dat ik op dit moment meedeel aan de raad wat er over deze zaak is gezegd in de afdeling voor openbare werken. Ik wil dat wel doen, om niet de indruk te wekken dat er noch in het college, noch in de afde ling over deze zaak gesproken zou zijn In de afdelingsvergadering is deze zaak door de heer Kroon onder de aandacht gebracht van de leden. Wij hebben geconstateerd dat er in maart 1972 een raadsbesluit is genomen. Mejuffrouw PAULUSSEN: In welke vergadering van de afde ling voor openbare werken was dat?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 752