753
26 JUNI 1972
De heer VAN CAULIL: De vergadering voorafgaand aan deze
raadsvergadering.
Wethouder VAN DUN: Juist, ja.
In die afdelingsvergadering hebben wij vastgesteld dat de totale
oppervlakte van de speeltuin 11.160 m2 bedraagt, waar nu dan 440 m2
afgaat, ofwel nog geen 4% van de totale oppervlakte. Op die grond
had de afdeling voor openbare werken met deze kwestie dan ook
geen moeite.
De VOORZITTER: Nogmaals, de vragen zullen schriftelijk wor
den beantwoord, zodat de raad tijdig zal worden geïnformeerd.
De heer KOERTSHUIS: Ik viaag mij af of -- dat is ook de
reden dat ik deze interpelladeaanvraag heb gesteund -- of de af
deling voor jeugd en sport hier niet mee gemoeid is. De speel
tuinen -- althans de grote -- vallen daai immers onder?
De VOORZITTER: Ik neem aan dat u na de schriftelijke beant
woording nog alle gelegenheid zult hebben hierop in te gaan.
De discussie wordt gesloten.
43. bijlage nr. 240
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
DOEN BOUWEN VAN EEN COMBIBAD AAN DE HOOILAAN,
ALSMEDE TOT HET IN PRINCIPE AANGAaN VAN EEN OVER
EENKOMST MET DE VERENIGDE SPOR'TFONDSENBADEN N. V.
TE AMSTERDAM M. B. T. DE BOUW EN EXPLOITATIE VAN
DIT ZWEMBAD.
Wethouder MANS: Het college heeft, mede gehoord de raads-
afdeling voor jeugd en sport en gelet op de tijdens de hearing in
Breda-Noord gemaakte opmerkingen over de situering van het te
bouwen bad, besloten dit voorstel aan te houden. De tegen de situ
ering aan de Hooilaan aangevoerde bezwaren lijken dusdanig reëel,
dat wij het nodig hebben geacht de mogelijkheid van een andere
plaats te bezien. Een andere situering, waarvan de aantrekkelijk
heid aantoonbaar is, lijkt mogelijk. De aan de nieuwe situering
verbonden consequenties -- tijd en geld -- zullen zo snel moge
lijk geïnventariseerd worden, waarna een nieuw voorstel de raad
zal bereiken. Het is mogelijk dat de keuze toch op de Hooilaan
zal moeten vallen, maar dat zal dan blijken na die inventarisatie.
Mevrouw JaGER-MIDDELBEEK: Ik zou willen vragen of het col
lege, als het met een nieuw voorstel komt, daar direct een zeer
uitgebreide informatie zou willen bijvoegen en daarbij tevens de
Opbouwraad Breda-Noord in te schakelen. Daar is hij namelijk voor.
Ik moet zeggen dat ik het met de gang van zaken tot nu toe
met betrekking tot het zwembad in Breda-Noord in het geheel niet
eens ben. Welke procedure gaat men nu volgen? Wordt de dienst
van openbare werken nu vooraf ingeschakeld, zoals ik al heel vaak
heb gevraagd, of krijgen wij straks weer een voorstel dat geen en
kele informatie bevat, zodat wij weer opnieuw moeten vergaderen?