ONTWERP 8 AUGUSTUS 1972 (extra vergadering) AAN DE ORDE: Het eindrapport van de commissie ad hoe Turfschip. Aanwezig: Mevr. IR. E. M. VAN NES-BRANDS, mevr. J. A. W. VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL, mevr. O. M. C. STOCKMANN- VAN DER KALLEN, mevr. D. H.J. WILLEMS-VAN DOORN en de heren DRS. P. L.E. AMERICA, L.A. M. VAN BANNING, J. L. G. BROOIMANS, P.J. VANCAULIL, C.J. CRUL, D. J. D. DEES, J. P.A. VAN DUN, C.A. VAN DUIJL, F. P. M. FROGER, J.G.W. GEENE, J. P. M. GOOS, J.A. VAN GRAAFEILAND, A.M. JANSEN, P. M. J. F.X. KOERTSHUIS, A. B. KRAMER, A. KROON, A. W. VAN LOON, DRS. J. H.H. MANS, A.C. W. M. MENSEN, IR. H.J. VAN MERKOM, L. PH. VAN OS, MR. L. M. VAN OVERVELDT, J. H. M. QUADEKKER, C.A. ROOZEBOOM, JHR. DRS. F.A. VON SCHMID, DRS. J. H. SE VERENS, A. SPANJER en J. P. W. A. A. M. TAKS. Afwezig met kennisgeving: Mevr. W. JSGER-MIDDELBEEK, Mej. M. L.A. PAULUSSEN en de heren H. BIEMANS, H. BROEDERS, G.H.J. GIELEN, A.H. W. M. DE RA AFF en JHR. R. G. P. SANDBERG. De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit, waarvan de tekst is opgenomen in artikel 10 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad. De VOORZITTER: Dames en heren. Ik deel u mee dat bericht van verhindering is ontvangen van mevrouw Jüger-Middelbeek, van mej. Paulussen en de heer Biemans, alsmede van de wethouders Broeders en De Raaff, die beiden nog met vakantie zijn. Mevrouw Van Rooij heeft meegedeeld dat zij iets later ter vergadering zal komen. Ik wil graag een ogenblik stilstaan bij de procedure die wij bij de behandeling van het rapport van de commissie ter bestude ring van de problematiek rondom het Turfschip N. V. willen toe passen. Een ieder heeft het rapport ontvangen van de commissie, die op 26 mei jl. haar werkzaamheden heeft beëindigd. De raad heeft daarop naar aanleiding van een preadvies van burgemeester en wethouders op 26 juni besloten vandaag een extra vergadering te wijden aan de behandeling van dit rapport. Ik wijs u erop dat het rapport door de commissie zelf is toegezonden aan de raad. Dat is, naar mij ter ore is gekomen, ook het geval met het ver slag van de hearing die op 27 juni is gehouden, zodat ik mag aannemen dat men wat de stukken betreft voldoende is geïnformeerd. Ik mag u er voorts aan herinneren dat u op 26 juli en 2 augustus een aantal brieven is toegezonden door het college. Ook deze brieven kunnen bij de behandeling worden betrokken en in dat verband wil ik, al is dat waarschijnlijk volstrekt over bodig, u eraan herinneren dat er nog een brief is binnengekomen van het N. K. V.gedateerd 5 augustus 1972, die naar mij is mee gedeeld ook aan alle leden van de raad is gezonden. Ik mag mij dan ook ontslagen achten van de taak van deze brief voorlezing te doen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 758a