759
8 AUGUSTUS 1972
Wat de procedure betreft lijkt het mij verstandig dat eerst
de voorzitter van de commissie ad hoe de gelegenheid krijgt het
rapport toe te lichten. Ik stel mij voor dat daarna van de kant
van het college een uiteenzetting volgt van het aanvankelijke
standpunt van burgemeester en wethouders en dat dan het moment
genaderd is dat de raad zich over het rapport en alles wat daarbij
hoort uitspreekt. Ik veronderstel dat het daarna inmiddels wel tijd
is voor de pauze. Na de schorsing zal de voorzitter van de commissie
wederom in de gelegenheid worden gesteld zich opnieuw uit te
spreken over het vraagstuk dat aan de orde is, waarna ik de tweede
termijn aan de orde zal stellen.
Het woord is aan de voorzitter van de commissie.
De heer VAN LOON: De commissie heeft er inderdaad behoefte
aan op een viertal punten een nadere toelichting te verstrekken,
vooral gehoord de opmerkingen in een tweetal hearings en andere
reacties op en over het rapport. Deze toelichting betreft de vol
gende onderwerpen:
1. de inhoud en de beperkingen van de opdracht aan de com
missie ad hoe;
2. een -- eventuele -- verkoop van het Turfschip-complex;
3. de relatie van het onderzoek en de rapportage van de com
missie tot de cultuur en het cultuurbeleid;
4. wat is de bedoeling van (de conclusies van) het rapport?
Over de opdracht aan de commissie blijken nogal wat mis- >A"**
verstanden te hebben bestaan. Wij hebben die opdracht daarom
nog eens letterlijk opgenomen onder hoofdstuk 2 van ons rapport.
Het is duidelijk dat de commissie de raad had te rapporteren
over de mogelijkheden en wenselijkheden van het gebruik en de
exploitatie verwachtingen van het Turfschip-complex. Tot die op
dracht behoorde -- althans naar de opvatting van de commissie --
niet het toezicht en de begeleiding, kortom, het zich inlaten
of bemoeien met het beleid en het beheer van het Turfschip.
Het rapport heeft daardoor en mede als gevolg van de begrijpe
lijkerwijs geringe ons ter beschikking staande tijd zijn beperkingen.
Het is meae daarom dat wij slechts een aantal mogelijkheden ver
melden, waarover de raad zich naar onze mening eerst dient uit
te spreken, vooraleer het zinvol is deze, een aantal of andere
mogelijkheden nader te onderzoeken en uit te werken. Om echter
toch zoveel mogelijk aan onze opdracht te voldoen, mag ik, zo
als ik ook reeds tijdens de hearing van 27 juni jl. heb gedaan,
de raad dadelijk een suggestie doen voor de spoedige effectuering
van een aantal wenselijke maatregelen.
Bij verschillende gelegenheden is vervolgens de vraag gesteld
of het Turfschip wel ooit gebouwd had moeten worden of, om het
in andere woorden te zeggen, "of dat Turfschip dat daar staat in
derdaad gewenst is door ae Bredase gemeenschap als centrum van
allerlei activiteiten van die Bredase gemeenschap". Het is uiter
aard ook in 1972 nog interessant daarover te filosoferen; het gaat
echter voorbij aan de realiteit. Onze opdracht ging bovendien uit
van dit laatste. Naar onze mening heeft de raad zich op 11 no
vember 1971 terzake duidelijk uitgesproken.