761
8 AUGUSTUS 1972
Tenslotte nog een enkel woord over de in het rapport vermelde
mogelijkheden voor uitbreiding van de functie en een verbetering van
de exploitatie en het exploitatieresultaat van het Turfschip. De voor
naamste bedoeling van de aangedragen mogelijkheden is, dat de raad
zich uitspreekt over de mogelijke inpassing daarvan in het Turfschip-
beleid, al is het daarbij natuurlijk niet de bedoeling dat alle mogelijk
heden binnen de kortst mogelijke tijd integraal worden geëffectueerd.
In dit verband mag ik wijzen op wat terzake hiervan is gesteld op blz.
27 van het rapport, namelijk: "Het voorbereiden en treffen van maat
regelen, het tijdstip waarop en de volgorde waarin die maatregelen
dienen te worden gerealiseerd, zal zorgvuldig dienen te worden afge
wogen". Dat is niét de taak van de commissie, maar behoort tot de
taak van het college van burgemeester en wethouders of degenen die
met het bestuur en de leiding van het complex zijn belast,
Dit geldt naar de mening van de commissie ook vooi liet inbren
gen van de specifieke gemeenschapsfunctie, Zij die menen dat de com
missie daar geen of onvoldoende aandacht aan heeft besteed, moge ik
verwijzen naar het daaromtrent gestelde op blz. 28 en 29 van het rapport.
De commissie is van mening dat voor dit soort activiteiten aangepaste
tarieven dienen te gelden.
Wanneer de commissie dan in het kader van de in het rapport aan
gegeven mogelijkheden een suggestie mag doen met betrekking tot de
wenselijkheid van te nemen maatregelen, zouden wij - de commissie -
de raad willen voorstellen te zorgen voor:
a. een adequate bedrijfsvoering;
b. een optimale bezetting van de ruimtelijke mogelijkheden;
c. een sfeervolle aankleding van het gebouw;
d. aanpassing van de tarieven voor allerlei gemeenschapsactivi
teiten;
e. verbetering en expansie van de horeca-sector.
De volgorde is willekeurig; het kan met allemaal ineens.
Voor het Turfschip is dit rapport mogelijk het begin van een nieuw
tijdvak, voor de commissie betekent het mogelijk het einde van haar
werk.
De VOORZITTER. Zoals afgesproken volgt nu een uiteenzetting
van het aanvankelijke standpunt van het college over dit rapport. Het
woord is daartoe aan wethouder Van Graafeiland.
Wethouder VAN GRAAFEILAND; Voorafgaande aan onze opmerkin
gen ovei het rapport en andere ideeën die in dit kader relevant zijn, wil
ik allereerst enkele uitgangspunten formuleren.
a. Wij zijn het met de voorzitter van de commissie eens dat met
het uitbrengen van dit rapport geen eindstadium is bereikt en dat allerlei
nadere onderzoekingen zullen moeten volgen.
b. Wij herhalen - wellicht ten overvloede - onze opvatting dat
deze nadere onderzoekingen en de nadere toetsing door het college zul
len dienen te geschieden.
c. Dit is een vergadering van de raad en derhalve dient de Turf-
schipproblematiek. hier te worden benaderd vanuit de totale gemeente
lijke taakstelling. Dit houdt naar de mening van het college in dat pri
mair moet worden vastgesteld of de aanbevelingen aanrakingsvlakken
hebben met aspecten van het gemeentelijk beleid. Het blijkt dan dat
hierbij de volgende aspecten in het geding zijn;
- het infrastructureel aspect;