762
8 AUGUSTUS 1972
- het financieel-budgettair aspect, met name als lastenverzwaring
niet uitgesloten moet worden geacht;
- een basisconceptie inzake de cultuur.
Deze drie criteria hanterend blijkt dat de in het rapport gedane
suggesties in een tweetal categorieën kunnen worden ingedeeld. In de
eerste plaats is dat de categorie die geen aanrakingsvlakken vertoont
met de genoemde criteria, waarvan ik noem:
- kapitaals- en bestuursherstructurering;
- directie en management;
- het handhaven en activeren van de bestaande functie;
- de aankleding van het gebouw;
- het commercieel horecabeleid;
- het samenvoegen van het personeel van het Turfschip, de Stads
schouwburg en de Beyerd.
Daarnaast zijn er suggesties die wel degelijk aanrakingsvlakken
vertonen met de drie criteria, zoals;
- het inbrengen van activiteiten die momenteel plaatsvinden in
de Beyerd en de Stadsschouwburg;
- de cultuurbeurs en de kunstmarktgedachte;
- de indoorsport-functie.
Als ik dan de door de commissie gedane aanbevelingen mag vol-
gen, wil ik eerst iets zeggen over de eerste categorie, om te beginnen
over de kapitaals- en bestuursherstructurering.
Met de opvatting van de commissie ad hoe dat het niet nodig is
de juridische structuur van het Turfschip reeds nu te wijzigen kunnen
wij instemmen, omdat niet vaststaat op welke wijze het Turfschip gaat
functioneren, zodat ook niet kan worden aangegeven welke andere struc
tuur dan de N.V. -vorm de voorkeur zou verdienen.
Naar de mening van het college verdient het aanbeveling de mo
gelijkheid te openen om de suggestie van de commissie met betrekking
tot het overnemen van de aandelen van de Kamer van Koophandel te
volgen, alsook die om de overeenkomsten die zijn gesloten met de zgn.
Turfschipgaranten te annuleren. Dit laatste lijkt ons zinvol, omdat bij
wijziging van de doelstelling een geheel andere opzet ontstaat dan die
welke voor de garanten aanleiding was zich borg te stellen. Dit annule
ren van de garantieovereenkomsten houdt uiteraard niet in dat er in de
toekomst niet naar zou moeten worden gestreefd het Bredase bedrijfsle
ven voor het Turfschip te interesseren.
Met betrekking tot de functie van de raad van commissarissen moet
worden geconstateerd dat deze in de huidige situatie, waarin het gaat om
een verbreding van de doelstelling, o. m. door integratie van enkele func
ties binnen een "Turfschip-nieuwe-stijl"de mogelijkheden mist om aan
de oplossing van deze problematiek mee te werken. Daarnaast zal ook
_lir niet kunnen worden vermeden dat door het college aan de raad voorstel
len worden gedaan over aangelegenheden waaromtrent formeel de raad
van commissarissen aanbevelingen zou moeten doen aan de vergadering
van aandeelhouders. De'raad van commissarissen heeft zich met deze
problematiek beziggehouden en heeft zich derhalve beziggehouden met
zijn eigen functie. Het is ons bekend dat hij zich wil beperken tot het
toezicht op de directie, voorzover die werkt binnen het kader van de
huidige taak en doelstelling, de controle op de exploitatie in relatie
tot de begroting en zonodig de samenstelling van de begroting voor