772
8 AUGUSTUS 1972
een cultuur-in-enge-zin-beleid, dat hoognodig op de helling moet.
Het is verheugend dat een groep mensen in Breda tracht te komen tot
het formuleren van een toekomstige beleidslijn. De gedachten, neer
gelegd in het voorlopig rapport van de Beyerd-commissie, spreken on
ze fracties aan, in het bijzonder wat betreft de definitie van "cultuur"
en haar voorstellen voor een toekomstig cultureel centrum en de func
ties die zo'n cultureel centrum zou moeten vervullen. Wel twijfelen wij
aan de opvatting van de Culturele Raad dat de ontwikkelingen in het
Turfschip het toekomstig cultuurbeleid zullen fixeren.
Wij zitten als raadsleden met het gegeven dat het Turfschip er
staat en dat het handen vol geld kost. Wij hunnen besluiten het Turf
schip te verkopen, maar het Turfschip kan wel degelijk een functie
vervullen in het toekomstige cultuurbeleid. Het is zaak alle Bredase
accommodaties en hun functies af te stemmen op dat toekomstig cul
tuurbeleid. Zouden wij vanavond besluiten de schouwburg te sluiten
en de functies van de schouwburg over te brengen naar het Turfschip,
dan fixeren wij het cultuurbeleid natuurlijk wel. Onze fractie is dan
ook van mening dat wij daartoe vanavond niet moeten besluiten. Ik
kom hier straks bi] het onderwerp schouwburgfunctie nog op terug.
Het rapport van de commissie Turfschip is naar de mening van
twee leden van onze fractie tweeslachtig. Enerzijds gaat zij niet ex
pliciet in op het toekomstig cultuurbeleid, terwijl zij toch op de hoog
te was van het rapport van de Beyerdcommissie; anderzijds staan er in
het rapport zinnen die rechtstreeks het cultuurbeleid raken. Dat de
commissie de relatie Turfschip-cultuurbeleid niet expliciet gesigna
leerd heeft, is naar onze mening een zwakte van het rapport.
Achteraf betreurt onze fractie het dat de opdracht aan de com
missie ad hoe te beperkt is geweest. Wij hebben gezamenlijk op 11
november het vraagstuk verkeerd gesteld. Wij zijn toen uitsluitend
uitgegaan van het Turfschip, maar wij hadden toen ook onmiddellijk
opdracht moeten geven - aan de commissie of aan anderen - het cul
tuurbeleid erbij te betrekken, want in feite kun je alleen over het
Turfschip spreken in een groter verband, met een duidelijk zicht op
een cultuurpolitiek. Nu luidde de opdracht in feite: onderzoek het
optimaal-multifunctionele gebruik van het Turfschip.
Onze fracties erkennen nu dat het uitgangspunt toen foutief is
gesteld. Het rapport, dat de bedoeling heeft een aantal mogelijkheden
aan te geven, heeft in ieder geval bereikt dat er over verscheidene za
ken discussies zijn losgebrand en dat is in ieder geval een positief punt,
hoe ieder voor zich ook over het rapport mag denken. Wij willen de
commissieleden dan ook dank zeggen voor hun werkzaamheden.
Dan kom ik nu aan de schouwburgfunctie. De conclusies in het
rapport ten aanzien van dit punt op blz. 31 worden door de meerderheid
van onze twee fracties niet onderschreven. Wij zien geen heil in het
overbrengen van de volledige schouwburgfunctie naar het Turfschip.
De volgende argumenten spelen daarbij een rol:
1. het emotionele argument; wij vinden dat het een verarming
is voor Breda als ae schouwburg dicht gaat.
2. Het financiële argument. Naar onze mening levert het over
brengen van de schouwburgfunctie naar het Turfschip zeker
de eerste jaren geen besparingen op:
- als men een gedeelte van de urtvoeringen in het Turfschip
laat plaatsvinden, blijft de schouwburg draaien met dezelf
de kosten;
- sluit men de schouwburg, dan komt men in het Turfschip voor
dermate hoge investeringen te staan - men spreekt van 4, 5