75
20 JANUARI 1972
De VOORZITTER: Ik wil toch even proberen deze termijn voorzover
mogelijk, af te maken, De heer Kroon heeft het woord.
De heer KROON Ik heb met grote belangstelling geluisterd naar
het goed-gedocumenteerde betoog van de wethouder, die als zodanig
zijn maiden-speech gehouden heeft. Hij is er buitengewoon goed in
gedoken en heeft een en ander goed-gedocumenteerd naar voren ge
bracht. Dat neemt met weg dat hij mij niet overtuigd heeft. Hij heeft
mij mijn uitspraak dat de standpunten vastliggen eigenlijk kwalijk ge
nomen. Ik heb dat gezegd in relatie tot datgene wat in het verleden
gebeurd is. Misschien had ik beter kunnen zeggen dat de standpunten
sindsdien niet veranderd zijn en ook na het uitvoerig betoog van de
wethouder is mijn standpunt zeer zeker niet veranderd. De quintessens
van de zaak is naar mijn gevoel en ook naar het gevoel van de wethou
der dat wij op dit ogenblik uitgaan van veronderstellingen, die straks
stellingen moeten worden. Hierover zijn wij het dus eens. De wethou
der heeft verder gezegd dat de Kamer van Koophandel haar advies ergens
op baseert. Ja zeker, die Kamer baseert haar advies waarschijnlijk ook
op veronderstellingen; dat is wel duidelijk. Vroegere adviezen van de
Kamer van Koophandel waren echter gebaseerd op een enquête, o. a.
bij de middenstand, en toen lagen er cijfers op tafel. Zo had het ook
nu kunnen zijn en zo kan het nog, nl. indien het stuk teruggenomen
wordt. De wethouder heeft gezegd dat er onzekere factoren zijn, die
door middel van een proefperiode zekere factoren kunnen worden. De
Kamer van Koophandel beschikt echter over allerlei gegevens die door de
winkeliers verstrekt zijn.
De heer DEES Dat zijn gegevens, die op de theorie gebaseerd
zijn, B.v. "hoe denkt u over een koopavond?" Die koopavond is nog
niet gehouden en practische gegevens kunnen wel anders uitvallen dan
theoretische gegevens.
De heer KROON Dat is wel mogelijk, maar die winkeliers weten
heel goed waarover zij praten als zij antwoord moeten geven op de
vraag of zij vóór of tegen een koopavond zijn. Ik geloof dat dat wel
degelijk in hun eigen belang is. Naar mijn mening komen er dan ge
heel andere cijfers op tafel te liggen. Men kan dan ook meer rekening
houden met de bezwaren, die door de werknemers naar voren zijn ge
bracht, Mijnheer de voorzitter, ik wil het hierbij laten. Ik ben dus niet
overtuigd en blijf bij mijn afwijzend standpunt.
De VOORZITTER Nu eerst het woord aan de heer Sandberg. Ik
geloof daarna tot schorsing te kunnen overgaan.
De heer Sandberg. Na alle min of meer fundamentele betogen
zijn weinig nieuwe argumenten toe te voegen en ik wil namens de
fractie in tweede instantie slechts één aspect onder de loep nemen,
nl. de relatie tussen de koopavond en het leefklimaat in onze stad.
Dat belang ligt onze fractie bijzonder na aan het hart. Lange tijd heb
ik de beeldvorming van Breda eigenlijk maar een negatieve zaak ge
vonden. de "image" was bepaald slecht. Wij hebben ons in deze raad
vaker beziggehouden met het halverwege afwenden van allerlei onheil
spellende zaken of het stoppen daarvan en wij hebben eigenlijk weinig
opbouwend werk verricht. Nu is er opeens actie: een plan voor de Gro
te Markt, een actie voor een casino, een verzoek tot het instellen van