774 8 AUGUSTUS 1972 ekregen in het rapport, terwijl de gemeenschapsfunctie toch een van e hoofdpijlers is voor de toekomstige ontwikkeling van het Turfschip. Op 11 november van het vorige jaar is onze fractiegenoot de heer Span- jer uitvoerig ingegaan op de mogelijkheid van gemeenschapsactivitei ten in het Turfschip. Daarbij heeft hij gesteld - dat geldt ook nu nog - dat de huidige doelstelling daartoe gewijzigd moet worden. Ook in de motie-Van Loon van 11 november namen de gemeenschapsactivi teiten een centrale plaats in. Het is derhalve toch te betreuren dat dit onderwerp in het rapport onvoldoende uit de verf is gekomen. Er is mijns inziens geen twijfel mogelijk over het standpunt van de beide fracties over dit onderwerp: wijzig zo snel mogelijk de hui dige doelstelling en laat Breda van het Turfschip gebruik maken! Juist uit het oogpunt van een actief cultuurbeleid dient men de gemeenschaps functie in het Turfschip te stimuleren. Zo'n politiek staat of valt natuur lijk met een grote dosis inventiviteit en met redelijke tarieven, want met de huidige tarieven komt de gemeenschapsfunctie nooit van de grond. Wat de tarieven betreft zijn onze fracties van mening dat zij aan de ene kant met een zekere mate van redelijkheid gehanteerd moeten worden, terwijl zij aan de andere kant niet beneden het niveau van andere gemeenschapsvoorzieningen mogen komen te liggen, om oneerlijke concurrentie te voorkomen. Met betrekking tot de huidige congres- en tentoonstellingsfunctie kan ik kort zijn: wij onderschrijven wat het rapport dienaangaande stelt op blz. 19 en 28. Het heeft geen zin hier nu met het rapport in de hand uitgebreid op in te gaan. Wij zijn het eveneens eens met wat het rapport schrijft over de horeca op blz. 35, vooral met de eerste zin, dat het welslagen van alle functies mede afhankelijk is van een goede horeca-service, want een goede horeca-service zal de aantrekkelijkheid van het Turfschip alleen maar verhogen. Over ditzelfde punt is op 11 november van het vorige jaar door de heer Van Os ook al het een en ander gezegd. Wat de aankleding en de omgeving van het gebouw betreft het volgende. Het Turfschip ligt thans geïsoleerd van ae binnenstad. De verbinding met de binnenstad zou veel aantrekkelijker moeten worden gemaakt. Hier liggen duidelijke relaties met het binnenstadplan. Ver der wil ik de nadruk leggen op wat in het rapport wordt gezegd over het terrein, namelijk dat er op korte termijn plannen moeten worden uitgewerkt. Tenslotte is het naar de mening van onze fractie noodzake lijk dat er een goede verlichting komt. Dan kom ik nu aan het voorstel van de garanten. Allereerst een opmerking vooraf. Het doet vreemd of onwezenlijk aan dat de garan ten nu opeens met dit voorstel op de proppen komen, terwijl zij jaren lang geen vinger hebben uitgestoken. Dat moet ons eerst even van het hart. Over dit geen vinger uitsteken willen wij op dit moment toch enige nadere informatie vragen. In de op 1 augustus gehouden openbare vergadering van het P. A.K. en D'66 is gediscussieerd over de achterborgen. Aan deze dis cussie werd, behalve door de raadsleden, ook deelgenomen door de heer Haikx als een van de initiatiefnemers tot het voorstel van de ga ranten. Tijdens deze vergadering kwamen twee dingen vast te staan: 1. de achterborgen zouden sinds de oprichting van het Turfschip nog onvoldoende hebben voldaan aan hun financiële verplich tingen; 2. de reden van deze nalatigheid zou het gevolg zijn van het feit dat de gemeente eerst kortgeleden de jaarrekeningen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 774